Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordenschat: de winkel
Woordenschat in de winkel
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat in de winkel
Slide 1 - Diapositive
Wat ga je leren?
Je leert woorden die horen bij de detailhandel: de winkel.
&
Je leert hoe je die woorden kunt toepassen.
Slide 2 - Diapositive
Welke woorden uit de winkel ken jij al?
Slide 3 - Diapositive
Kijk en luister naar het filmpje
Schrijf de woorden op die je niet kent
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Welke woorden kwam je tegen die je niet kent?
Slide 6 - Diapositive
Welke uitleg past bij het woord detailhandel?
A
Winkels die producten aan consumenten verkopen
B
Internetwinkels die online producten verkopen
C
Alle winkels zoals b.v. bakkerijen, kledingwinkels supermarkten etc etc
D
Antwoord A, B en C zijn goed
Slide 7 - Quiz
"ïk krijg vanavond eters"
Welke uitspraak klopt?
A
vanavond komen er mensen eten halen
B
eters zijn mensen die heel veel eten
C
Er komen vanavond gasten bij mij eten?
Slide 8 - Quiz
Wat is de klant in de winkel thuis vergeten?
A
haar portemonnee
B
haar boodschappenlijstje
C
haar boodschappentas
Slide 9 - Quiz
Welke groenten biedt
de verkoper aan ?
A
pompoen, tomaten, wortelen en spinazie
B
pompoen, tomaten, paprika en prei
C
tomaten, wortelen, broccoli en prei
Slide 10 - Quiz
Wat is er in de winkel
allemaal stuk?
A
het mes, de kassa, en de weegschaal
B
het mes, de toonbank en de weegschaal
C
het mes, de kassa en de etalage
Slide 11 - Quiz
Wat is een voorbeeld
van contant geld?
A B
A
A
B
B
Slide 12 - Quiz
Wat bedoelt de verkoper met
"betalen met gepast geld"
A
Het juiste bedrag pinnen met een betaalkaart
B
Betalen met geld in briefjes
C
Precies het juiste bedrag betalen met contant geld
Slide 13 - Quiz
Woordenschat
de groothandel
Slide 14 - Diapositive
de woordenschat
de etalage
de consument
het uithangbord
Slide 15 - Diapositive
Woordenschat
de artikelen
het assortiment
de schappen
Slide 16 - Diapositive
de woordenschat
het prijskaartje
de artikelcode
Slide 17 - Diapositive
de woordenschat
de toonbank
de kassa
de korting
de kassabon
de verkoper
ruilen
betalen
Slide 18 - Diapositive
Gebruik de woordenschat
Kies 5 woorden die je hebt geleerd.
Schrijf ze in je woordenschrift en werk de woorden uit
Slide 19 - Diapositive
Evaluatie
Welke woorden waren bekend en welke onbekend?
Vertel in je eigen woorden wat de onbekende woorden betekenen.
Slide 20 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
werken aan Nederlands 1f ws H2 les 1
Novembre 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Entree hfst 1 p. 15-24 (1.1-1.4)
Août 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Werknemersvaardigheden
MBO
Studiejaar 1
Lesmodel PSE - Docent & Leerling- start detailhandel 4e jaars
Septembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Economie
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
wat is detailhandel vapa
Décembre 2022
- Leçon avec
15 diapositives
detail
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
wat is detailhandel
Septembre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
detail
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Praktijkopdracht winkelbezoek EKO- wandeling
Novembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat Detailhandel
Février 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Woordenschat
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Hoofdstuk 1 De weg van de goederen 1.3 + 1.4
Novembre 2022
- Leçon avec
10 diapositives
detailhandel
MBO
Studiejaar 1