M4 T2 L1 Elke vierkante meter telt

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeSecundair onderwijs

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke wereldprobleem hebben we te maken?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke gegevens houden verband met oppervlakte?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

km² is een oppervlaktemaat
A
juist
B
fout

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb een wei met schapen. Om ervoor te zorgen dat ze niet ontsnappen, plaats ik een hek rond mijn wei. Moet ik de omtrek of de oppervlakte berekenen?
A
omtrek
B
oppervlakte

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke eenheid past bij omtrek?
A
m meter
B
m² vierkante meter
C
m³ kubieke meter

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De omtrek bereken je door....
A
lengte x breedte
B
lengte + breedte + lengte + breedte

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de
omtrek ?
A
20 cm
B
15 cm
C
25 cm
D
18 cm

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de omtrek van
deze driehoek?
A
10 cm2
B
11,5 cm2
C
11,5 cm
D
5 cm

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de omtrek van het voetbalveld?
A
120 + 70 + 120 + 70 = 380 m
B
120 x 70 = 8400 m
C
120 + 70 + 120 + 70 = 380 m2
D
120 x 70 = 8400 m2

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de omtrek
A
8 cm
B
11 cm
C
3 cm
D
22 cm

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omtrek cirkel =
A
pi x straal x straal
B
lengte x breedte
C
πstraal2
D
pi x diameter

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de omtrek?
A
125,7m
B
1257m
C
62,8m
D
5024m

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oppervlakte schrijf je in...
A
meter (m)
B
kilo (kg)
C
vierkante meter (m2)
D
liter (l)

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De oppervlakte van een deur is ongeveer 2 ...
A
cm²
B
C
km²
D
dm²

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat
is de
oppervlakte?
A
35 m²
B
300 m²
C
60 m²
D
70 m²

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de formule voor de oppervlakte van een rechthoek?
A
bxh
B
(b+h)x2
C
b+h
D
b+h+2

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oppervlakte?

A
13 cm
B
6,5 cm²
C
10 cm
D
10 cm²

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oppervlakte?

A
17 x 11 = 187
B
15 x 17 : 2 = 127,5
C
17 x 15 = 255
D
17 x 11 : 2 = 93,5

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de oppervlakte van een driehoek?
A
(b + h) : 2
B
b x h
C
(b x h) : 2
D
(b + h) : 2

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oppervlakte driehoek
ABC is?
A
12 cm²
B
6 cm²
C
10 cm²
D
5 cm²

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de begrippen van de CIRKEL op de juiste plek
Middelpunt
diameter
Omtrek
Straal
Oppervlakte

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de oppervlakte van de cirkel?

oppervlakte cirkel
= 3,14 × straal x straal
A
7,07 dm²
B
1,77 dm²
C
0,71 m²
D
4,71 dm²

Slide 26 - Quiz

De oppervlakte van een cirkel is pi x straal x straal. Vergeet niet eerst de diameter om te rekenen naar de straal.

Hoe bereken je de oppervlakte van een cirkel?
A
pi . pi . r
B
pi. r²
C
r . r . pi
D
pi . d²

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oppervlakte?

A
3,14 x 10 x 10 = 314
B
3,14 x 20 = 62,8
C
3,14 x 5 x 5 = 78,5
D
3,14 x 10 = 31,4

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De straal van een cirkel is 4cm.
Hoe bereken je de oppervlakte?
A
4 x 3,14
B
4 x 4 x 3,14
C
8 x 3,14
D
2 x 2 x 3,14

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De diameter van een cirkel is 4cm.
Hoe bereken je de oppervlakte?
A
4 x 4 x 3,14
B
2 x 2 x 3,14
C
8 x 8 x 3,14
D
4 x 3,14

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar hebben de zinnen mee te maken?
Kies uit: omtrek of oppervlakte.

Het schilderij heeft een nieuwe lijst nodig.
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaat het hier om de oppervlakte of de omtrek?


De grootte van mijn woonkamer
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar hebben de zinnen mee te maken?
Kies uit: omtrek of oppervlakte.

Ynske wil de deur van haar kamer een leuke kleur geven.
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaat het hier om de oppervlakte of de omtrek?

Een hek om een weiland
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar hebben de zinnen mee te maken?
Kies uit: omtrek of oppervlakte.

In de nieuwe wijk komen 28 parkeerplekken.
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het getal 'pi' gebruik je bij het berekenen van de omtrek en oppervlakte van een ...
A
driehoek
B
vierhoek
C
cirkel
D
dat hangt er vanaf...

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kees Kit rekent met...
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Victor Vloer rekent met...
A
Oppervlakte
B
Omtrek

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions