3 VWO Deutsch Prüfungsquiz Kapitel 1

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Prüfungsquiz - Kapitel 1

Wie gut bist du schon auf die Prüfung vorbereitet?

A. Wortschatz
B. Grammatik
C. Redemittel

Vertaal: der Felsen - vermieten - das Taschenmesser - jährlich - schade

Vertaal: de leeftijd - erg - het paspoort - vergeten - het eiland

etwas auswendig lernen

die Vokabeln lernen

einen Fehler machen

eine Klassenarbeit schreiben

een fout maken

iets uit je hoofd leren

de woorden leren

een proefwerk maken

Grammatik A:
Hoe maak je het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord?

1. ge + stam + t
2. ge + stam + en
3. stam + t
4. stam + en

Grammatik A:
Wanneer voeg je bij het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord een extra -e toe?

1. als de stam eindigt op -ieren
2. als de stam eindigt op een sisklank
3. als de stam eindigt op een -d of -b
4. als de stam eindigt op een -d/-t

Grammatik A: Hoe maak je het voltooid deelwoord van telefonieren, probieren, studieren?

1. getelefoniert - geprobiert - gestudiert
2. telefoniert - probiert - studiert
3. getelefonieren - geprobieren - gestudieren
4. telefoniertet - probiertet - studiertet

Grammatik A: Hoe maak je het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord?

1. ge + stam + t
2. stam + en
3. ge + stam + en
4. Onregelmatig

Schrijf het voltooid deelwoord op van: fragen - sagen - zelten

Schrijf het voltooid deelwoord op van fahren, gehen, fliegen

haben, sein, werden
Welche Formen kennst du?

Grammatik C: Die Zahlen. Schreibe die Zahlen als Wort: 32 - 400 - 283 - 60 - 45 - 9

Grammatik C: Die Uhrzeit. Wie spät ist es?
08.20 - 10.15 - 13.00 - 15.30 - 16.45 - 20.00

Grammatik D: im, am, um, von-bis
Übersetze: in januari - om half 5 - op maandag - van dinsdag tot vrijdag - in de herfst

Redemittel: Hoe zeg je dat je op het gymnasium zit?

1. Ich gehe in die Gymnasium
2. Ich gehe aufs Gymnasium
3. Ich gehe in die Realschule
4. Ich gehe ins Gymnasium

Redemittel: Hoe zeg je dat je Duits gemakkelijker is dan Frans?

Wie gut bist du bereits auf die Prüfung vorbereitet?

Gut!

Ich muss die Grammatik noch mehr üben

Ich muss die Wörter noch besser lernen

Ich muss die Redemittel noch besser lernen

Ich habe noch einige Fragen

Ich habe noch viel zu tun