1.5 en 1.6

Wat zijn de 4 basistechnieken die je nodig hebt voor het uitzetten van een tuin?
1 / 20
suivant
Slide 1: Question ouverte
vergroening stedelijke omgevingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat zijn de 4 basistechnieken die je nodig hebt voor het uitzetten van een tuin?

Slide 1 - Question ouverte

Vergroening stedelijke omgeving

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik weet hoe je de bodem van een tuin kunt verbeteren.
  • Ik weet hoe je een tuin plantklaar maakt.
  • Ik kan verschillende plantverbanden toepassen. 
  • Ik kan de basisonderhoudswerkzaamheden benoemen die nodig zijn om een tuin in stand te houden.
  • Ik kan aantasting door insecten en schimmels herkennen (KB)
  • Ik kan inventariseren welke planten onderhoud nodig hebben en wat er moet gebeuren. (KB en GL)

Slide 3 - Diapositive

Wat was een beplantingsplan ook alweer?

Slide 4 - Question ouverte

Beplantingsplan
Plantenkennis
  • De kennis van plantensoorten en de eigenschappen van die planten.

Eindbeeld
  • Hoe ziet de volgroeide plant eruit.

Plantverbanden

Slide 5 - Diapositive

Insecten (vraatschade)
Schimmels

Slide 6 - Diapositive

Grond voor in de tuin
Vruchtbare grond maken door compost

Zuurtegraad (te hoog--> kalkbemesting)
Grond gebruiksklaar maken:
  • Egaliseren
  • Verkruimelen
  • Stenen en wortels verwijderen



Slide 7 - Diapositive

Welk type grond zou ik moeten verbeteren door middel van compost?
A
Zandgrond
B
Kleigrond
C
Veengrond

Slide 8 - Quiz

Een bouwhaak staat op de .....
A
Beplantingslijst
B
Materialenlijst
C
Hulpmiddelenlijst
D
De ontwerptekening

Slide 9 - Quiz

Een tulpenbol staat op de .....
A
Beplantingslijst
B
Materialenlijst
C
Hulpmiddelenlijst
D
De ontwerptekening

Slide 10 - Quiz

Zand staat op de .....
A
Beplantingslijst
B
Materialenlijst
C
Hulpmiddelenlijst
D
De ontwerptekening

Slide 11 - Quiz

Verschillende soorten planten
Houtachtige planten
  • Vanaf de bodem vertakt dan een Heester of struik
  • Eerst een stam dan is het een boom.

Kruidachtige planten
  • Eenjarig 
  • tweejarige of meerjarige die in de winter afsterven komen in het voorjaar weer op

Slide 12 - Diapositive

Vaste plant met lijnvormige bladeren, bloeit met een aar, wintergroen
Jonge scheuten kruidachtig, rest vaak verhout, worden vastgehouden door hechtwortels, ranken of ze draaien ergens omheen
Kruidachtig, bladeren en takken vers en groen, vaak rijkbloeiend, sterft vaak af in de winter
Bolvormig deel van een plant die onder de grond groeit.
Vertakking vanaf de grond, laag in de plant verhout.
Houtachtig duidelijke stam.

Slide 13 - Question de remorquage

Plantverbanden

Slide 14 - Diapositive

Waarom is de ene boom op de tekening veel groter dan de andere bomen?
A
Dan wordt de tekening afwisselender.
B
De boom staat voorin de tuin dus ljkt groter.
C
Zodat je kunt zien dat er onder de boom een andere plant staat.
D
De tekening is op schaal. De boom wordt in werkelijkheid ook veel groter dan de andere.

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
1.5 en 1.6 maken in je boek

Praktijkopdracht les 6 praktijkopdracht 1

Slide 16 - Diapositive

Welk plantverband zie je hier?
A
Vierkant
B
Driehoek
C
Verspreid
D
Recht

Slide 17 - Quiz

Wat is het eindbeeld van een plant?

Slide 18 - Question ouverte

Leg uit hoe vraatschade ontstaat

Slide 19 - Question ouverte

Huiswerk
1.5 en 1.6 uit je werkboek

Slide 20 - Diapositive