Medicatieles 4 Soorten geneesmiddelen.

Medicatie les 4
Soorten geneesmiddelen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
MedicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Medicatie les 4
Soorten geneesmiddelen

Slide 1 - Diapositive

Planning voor komende les 
- opfrissen van de vorige les
- theorie
- aan de slag met de opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Omhulsel van een capsule is vaak gemaakt van..
A
gelatine
B
suiker
C
oplosbaar plastic

Slide 3 - Quiz

Met een profylactische werking bedoelen we...
A
geneesmiddelen worden toegediend om ziekte te voorkomen
B
geneesmiddelen pakken de oorzaak aan
C
geneesmiddelen pakken de symptomen aan
D
in dit geneesmiddel zit geen werkzame stof

Slide 4 - Quiz

Voorbeeld van een enterale toediening is een..
A
zetpil
B
neusspray
C
zalfje
D
vaccinatie

Slide 5 - Quiz

Een lotion wordt vaak gebruikt op een behaarde huid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Een zalf bestaat uit een vette basis waardoor je het niet in de huid kunt wrijven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is een rotatiekaart?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Soorten geneesmiddelen
Geneesmiddelen zijn in soorten/groepen in te delen

Slide 10 - Diapositive

Welke soorten/groepen ken jij al?

Slide 11 - Carte mentale

De meest voorkomende soorten/groepen zijn...

Analgetica (les 7)
Antibiotica (les 6)
Anticoagulantia
Anti diabetica
Anti epileptica (les 9)
Vitaminen
Cytostatica
Diuretica
Hormonen
Laxantia
Maagmiddelen
Antihypertensiva
Middelen tegen diarree
Allergie middelen
Middelen voor hart en bloedsomloop
Luchtwegmiddelen
Middelen tegen bloedarmoede
Psychofarmaca (les 8)
Slaapmiddelen
Cholesterolverlagers

Slide 12 - Diapositive

Antibiotica
Wordt alleen voorgeschreven bij bacteriële infecties;

Voorbeelden hiervan zijn:
Metronidazol, Nitrofurantoïne, Amoxiciline, Augmentin (Amoxicilline met clavulaanzuur), Doxyciline 

Les 6 gaat over antibiotica

Slide 13 - Diapositive

Anticoagulantie 
= antistollingsmiddelen

Trombosedienst
INR: de tijd hoe snel bloed stolt

Voorbeelden hiervan zijn:
Marcoumar, Fenprocoumon, Acenocoumarol, Pradaxa

Slide 14 - Diapositive

Antidiabetica
doelgroep: cliënten met diabetes type 1 en type 2

voorbeelden zijn:
Insulinesoorten (novomix, insulatard)
Tabletten; metformine, tolbutamide

Slide 15 - Diapositive

Slaapmedicatie
wordt vaak voor een korte periode voorgeschreven
gewenning 
Geef de medicatie pas als de cliënt klaar is om te gaan slapen     

Voorbeelden zijn:
Temazepam, Zopiclon, Zolpidem, 
Lorazepam

Slide 16 - Diapositive

Soorten slaapmedicatie
  1. Kortwerkende benzodiazepine
- Bij problemen met het in slaap komen.
- Worden ook wel de 'inslapertjes' genoemd
- Beginnen meestal binnen 30 min te werken.

2. Langwerkende benzodiazepine
- Bij problemen met doorslapen.
- Deze medicijnen werken meestal na 1uur.

Slide 17 - Diapositive

Wat is gewenning?
A
eerst werkt het geneesmiddel goed en daarna niet meer
B
lichamelijk en geestelijk afhankelijk
C
wisselwerking tussen medicatie
D
zijn veelvoorkomende klachten zoals diarree en hoofdpijn

Slide 18 - Quiz

Laxantia
Voorbeelden zijn; movicolon, bisacodyl,klysma, lactulosesiroop

Slide 19 - Diapositive

Middelen tegen diarree
voorbeelden hiervan zijn; loperamide, norrit

Slide 20 - Diapositive

Bij een slechte stoelgang (obstipatie) kan de arts ervoor kiezen om Loperamide voor te schrijven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Cholesterolverlagers 
veel vervelende bijwerkingen
geen grapfruitsap drinken bij gebruik bij cholesterolverlagers
medicatie wordt vaak voor het slapengaan ingenomen

Voorbeelden van cholesterolverlagers:
simvastatine, atorvastatine, pravastatine
(ezelsbruggetje - STATINE)

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Vitaminen
Nooit overdoseren 

Veelal te koop bij drogist en apotheek


Slide 24 - Diapositive

Maagmiddelen
Controleer altijd het etiket wanneer je de medicatie moet geven. Vaak voor de maaltijd en soms pas na de maaltijd.

- maagzuurbinders ; maagzuur wordt minder zuur (Rennie, Calciumcarbonaat)
- maagzuurremmers; maken de maag ook minder zuur maar werken langer dan de maagzuurbinders (Omeprazol, Pantoprazol, esomeprazol, Ranitidine)
- maagwandbeschermers; brengen een laagje aan in de maag zorgen dat maagzuur niet in de slokdarm komt (sucralfaat) 

Slide 25 - Diapositive

Wat is de stofnaam van dit medicijn?
A
Nexium
B
Nexium control
C
Esomeprazol
D
20mg maagsapresistente tabletten

Slide 26 - Quiz

Middelen tegen bloedarmoede
Tekort aan ijzer in het bloed
Cliënten hebben zwarte (harde) ontlasting

Voorbeeld van middelen tegen bloedarmoede is;
Ferrofumaraat

Slide 27 - Diapositive

Antihypertensiva
Zeer grote medicatiegroep. Is te verdelen in 4groepen:
- Diuretica (Hydrochloortiaziden, Furosemide, Bumetanide)
- Bètablokkers (Atenolol, Metroprolol, Bisoprolol)
- ACE-remmers (Enalapril, Captopril, Lisinopril)
- Calciumblokkers (Nifedipine,Amlodipine)

Slide 28 - Diapositive

Let op!

Niet alle groepen medicatie kunnen samen --> interactie!!!
Neem bij voorkeur medicatie in met water
Melkproducten, vruchtensappen/vruchtenmoesjes kunnen de werking van sommige medicatiegroepen verminderen of versterken!

Slide 29 - Diapositive

En dan nu..
Lezen les 4 Soorten medicatie
Maken les 4 Soorten medicatie 

Tot volgende week :)

Slide 30 - Diapositive