Deel 3 LE2 Neurologische aandoeningen

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Wat zijn oa neurologische aandoeningen?
A
Aandoeningen aan de spieren
B
Aandoeningen die altijd progressief zijn
C
Aandoeningen aan de hersenen
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 25 - Quiz

Wat is geen neurologische aandoeningen
A
MS
B
ALS
C
CP
D
CVA

Slide 26 - Quiz

Wat is een hersenbloeding?
Een scheurtje of een verstopping

Slide 27 - Question ouverte


Wat betekenen de letters C.V.A

Slide 28 - Question ouverte

Cerebrale parese / spasticiteit is niet altijd constant, welk factoren beïnvloedt dit niet?
A
Vermoeidheid
B
Voeding
C
Emoties
D
Temperatuur

Slide 29 - Quiz

De linker of rechter lichaamshelft is aangedaan, waar hebben we het dan over?
A
Quadriplegie
B
Diplegie
C
Monoplegie
D
Hemiplegie

Slide 30 - Quiz

Symptomen:
Ziekte van Parkinson

Slide 31 - Carte mentale

Welk stofje ontbreekt er in de hersenen bij de ziekte van Parkinson

Slide 32 - Question ouverte

Multiple Sclerose :
Is een ziekte van het Centrale zenuwstelsel en het ruggenmerg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Wat is waar?
A
MS krijg je al op jonge leeftijd
B
MS is te genezen
C
MS verloopt in fasen
D
MS is dodelijk

Slide 34 - Quiz

Lumbaal
Cervicaal
Thoracaal

Slide 35 - Question de remorquage

Sporten voor mensen
met een dwarslaesie?

Slide 36 - Carte mentale

Grote aanval / schokken / verlies van bewustzijn. Dit hoort bij?
A
Absence
B
Eenvoudige aanval
C
Complexe aanval
D
Tonisch clonische aanval

Slide 37 - Quiz

Staren / 30 seconden. Dit hoort bij?
A
Absence
B
Eenvoudige aanval
C
Complexe aanval
D
Tonisch clonische aanval

Slide 38 - Quiz