Leerjaar 2GL, 2.2 oplossen met inklemmen vergelijkingen oplossen.

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Wat gaan we deze les doen?

• Vergelijkingen oplossen met inklemmen.

Oplossen met inklemmen

Bij inklemmen zoek je naar de oplossing door telkens een ander getal te proberen.

Dorien berekent haar inkomsten met een formule.

inkomsten in € = 2 + 3,50t

t: tijd in uren

inkomsten in € = 2 + 3,50t

t: tijd in uren

• Dorien verdient € 37. Je weet de inkomsten, dan kun je berekenen hoeveel uur daarbij hoort.
• Je zet € 37 op de plaats van inkomsten in €.
• Je krijgt 37 = 2 + 3,50t.
• Dit is een vergelijking.
• Je mag het ook omdraaien.
• Je krijgt dan de vergelijking 2 + 3,50t = 37.
• Deze vergelijking kun je oplossen met inklemmen.

Laat minimaal 3 dingen zien die je hebt geprobeerd en vergeet niet om je conclusie op te schrijven

Welke is een formule en welke is een vergelijking?

1.
2.

aantal=p4+3

29=5+p4

1. 1 is een vergelijking 2 is een vergelijking
2. 1 is een formule 2 is een formule
3. 1 is een formule 2 is een vergelijking
4. 1 is een vergelijking 2 is een formule

Wat is inklemmen?

1. Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
2. Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
3. Bij inklemmen gok je het antwoord.
4. Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.

Welke antwoorden heb je minimaal nodig voor inklemmen

1. alleen het precieze antwoord
2. te veel, te weinig en precies
3. te veel en precies
4. te weinig en precies

Wat heb je deze les geleerd?

• Inklemmen (dmv een inklemtabel).

Wat? KB: maken 2.2 16 t/m 20, 23, 24, 27 t/m 31

            GL: maken 2.2: 16 t/m 20, 23, 24, 29, 30, 31 + 34

Waar? dit met je boek.

Wanneer? Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les.

Klaar? Nakijken

Niet overleggen, geen vragen             -->

Niet overleggen, wel vragen                -->

Overleg én vragen wel toegestaan    -->