leçon 5 - week 20 - Au resto klas 2MH

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Voordat de les begint -> code van de LessonUp in teams geven

+ dat zij een pen en schrift/papier nodig hebben om aantekeningen te maken

We gaan veel doen vandaag. Wel veel herhaling.

over resto, eten, eten bestellen, en ontkenning

Welke franse gerechten kennen jullie?

la pomme

les carottes

les tomates

les haricots verts

le poivron

la laitue

les radis

le chou-fleur

les fraises

les oignons

les poires

les crudités

les pommes de terre

la salade

00:17

Vous avez choisi?

1. Heeft u gekozen?
2. Wat wilt u eten?
3. Heeft u dorst?
4. Heeft u honger?

00:21

Je suis végétarienne. Wat is dat?

00:27

En entrée nous avons une terrine de légumes. Wat betekent légumes?

00:33

Plat principal =

1. voorgerecht
2. toetje
3. hoofdgerecht
4. menu

00:46

La soupe du jour =

1. daghap
2. soep van de dag
3. broodje
4. goedendag

00:54

je suis allergique aux fruits de mer

01:06

Comme boisson, il prend quoi?

1. une bouteille d'eau
2. rien
3. un pichet de vin rouge
4. une bouteille d'eau et un pichet de vin rouge

01:22

l'addition

1. pinnen
2. de rekening
3. de fooi
4. betalen

Wat hebben deze mensen besteld?

Vous avez choisi? Qu'est-ce que vous prenez comme entrée, comme plat principal et comme déssert?
En français s.v.p.!

00:04

Waar gaan we het over hebben?

00:32

Welke twee woorden heb je nodig in het Frans voor een ontkenning?

01:03

Het werkwoord is mange. Dus hoe wordt het in de ontkenning?

1. je mange pas une pomme
2. je mange une pomme
3. je ne mange une pomme
4. je ne mange pas une pomme

01:24

Dus, in de passé composé komt de ontkenning rond wat?

02:02

dus, hoe wordt de ontkenning van
'j'ai visité Paris'?

02:40

Waarom komen bij deze twee voorbeelden een n' (en niet een 'ne')

02:58

je suis malade wordt ....

1. je n'ai pas malade
2. je ne suis pas malade
3. je ne malade pas
4. je suis malade

03:30

vertaal
'je n'aime plus les pommes'

03:51

wat is het werkwoord in deze zin:
je ne regarde jamais les films

04:05

ne...rien =

1. niet meer
2. nog niet
3. nooit
4. niets

04:28

wat is het hulpwerkwoord in de zin
'je n'ai pas encore visité Paris'

1. je
2. encore
3. ai
4. visité

Wat is het juiste antwoord op de vraag:
'Vous avez choisi?'

1. Nous n'avons pas choisi
2. Nous ne avons choisi pas
3. Nous avons ne choisi pas
4. Nous avons choisi

Wat is het juiste antwoord op de vraag:
'Vous prenez un dessert?'

1. Non, je ne prends de dessert pas.
2. Non, je prends ne dessert pas.
3. Non, je ne prends pas de dessert.
4. Non, je prends un dessert.

Wat is het juiste antwoord op de vraag:
'Vous avez réservé une table?'

1. Non, j'ai réservé une table.
2. Non, je n'ai pas réservé de table.
3. Non, j'ai ne réservé pas de table.
4. Non, je n'ai pas réservé de table.

https:

Even re-fresh: een kahoot over de présent en de passé composé

0