Politiek H1,H2 en H3
1 / 40
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Dus beste mensen, waar gaat politiek over?
A
Leven met elkaar
B
Parlementaire democratie
C
Politiek gaat over het inrichten van onze samenleving
D
Bestuderen van de samenleving
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
De wetgevende macht...
A
Parlement (Eerste en Tweede kamer)
B
De rechters
C
De ministers (de regering)
D
De samenleving
Slide 9 - Quiz
De uitvoerende macht...
A
Parlement (Eerste en Tweede kamer)
B
De rechters
C
De ministers (de regering)
D
De samenleving
Slide 10 - Quiz
De rechterlijke macht
A
Parlement (Eerste en Tweede kamer)
B
De rechters
C
De ministers (de regering)
D
De samenleving
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Grondrechten zijn...
A
Wetten voor de samenleving.
B
De rechten van burgers die staan vastgelegd in de grondwet.
C
Schoolregels.
D
De rechten van rechters.
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Wat is GEEN kenmerk van onze rechtsstaat?
A
Scheiding van de machten.
B
Burgers hebben grondrechten.
C
één macht heeft extra veel macht.
D
De rechterlijke macht is onpartijdig.
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Vidéo
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Democratie =
A
De macht ligt bij de burgers van een samenleving.
B
Mark Rutte is de baas.
C
Je mag stemmen.
D
18 plus? Je bent de baas!
Slide 33 - Quiz
18 + ? Dan mag je stemmen op personen! Deze personen noemen wij......
A
Ministers
B
Volksvertegenwoordigers
C
Leraren
D
Ambtenaren
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Diapositive
Parlementaire democratie=
A
Directe invloed. Het volk beslist gewoon zelf.
B
Ministers zijn de baas.
C
Geen directe invloed. Het volk beslist mee door middel van volksvertegenwoordigers.
D
Vanaf 18 jaar mag je stemmen.
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Welke politieke partijen ken je?
