Les klas CD (26-4-2024: Lesefertigkeit Strategieen,Toets besprk. Sprachfertigkeit)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Guten Tag!

Freitag den 26. April

Log alvast met je laptop in bij Lessonup.app :)

Inhoud vandaag

• Herzlich Wilkommen!
• Toetsbespreking
• Introduktion und arbeiten an Kapitel 5
• Sprachfertigkeit
• Lesefertigkeit

-> Video (2e uur)  > Bij tijd over

Voor de toets SO-2

> Woordenschat K4

Grammatik:

1. Persoonlijk Voornaamwoord als Onderwerp (1e nvl) EN Lijdend voorwerp (4e nvl)

2. HERHALING:  

(ich = mich,   du = dich,   er = ihr)

Toetsen bekijken (SO-2)

Alles even van tafel!

Je krijgt je toets en we lopen er kort doorheen

Vooruitblik

--> Nog twee cijfers:

1. Spreekvaardigheid

Vrijdag 24 mei

2. Hoofdstuktoets SO-3

(Kapitel 5)

Voor de toets SO-3

> Woordenschat K5

Grammatik:

1. Het werkwoord "Werden" (Twee betekenissen)

2. De "e/i-Wechsel" (Bij werkwoorden in Tegenwoordige Tijd

Herhaling:

3. Herkennen van de 1e NVL + 4e NVL  (ich > mich / du > dich.....)

Werkwoord  "werden"  --->  worden / zullen

Welke 2 betekenissen heeft het Duitse werkwoord "werden"?

1. worden & zullen
2. worden & weren
3. weren & willen
4. willen & weten

De juiste vorm van het werkwoord "werden" kiezen.

Er volgen 6 vragen.

ich

1. werde
2. wirde
3. worde
4. warde

du

1. werdest
2. wirdest
3. wirst
4. werst

er/sie/es

1. werde
2. werd
3. word
4. wird

wir

1. wirden
2. werden
3. worden
4. werd

ihr

1. wirdet
2. werdet
3. werdt
4. wirdt

sie/Sie

1. wirden
2. werden
3. worden
4. warden

De juiste vorm van het werkwoord "werden" invoeren.

Er volgen 8 vragen.

ich

du

es

Lea

wir

ihr

die Großeltern

Sie

Maak nu in Boek B:

Hoofdstuk 5

Aufgaben 15 t/m 18

Tijd: 15 á 20 minuten 

e / i - Wechsel

Iets nieuws, maar wat past bij wat je al kunt:

Hier moet je bij de Duitse taal rekening bij houden!

Ich helfe ihr immer montags. Wann __________ er ihr?

Du __________ (vergessen) doch nicht meinen Geburtstag?

Ich __________ (gehen) morgen nicht mit in die Stadt.

Peter __________ (geben) immer die falsche Antwort.

Der Diktator (versprechen) __________ seinem Volk mehr Freiheit.

Wat klopt niet? Vergesst du deine Tasche nicht?

Wat klopt niet? Kannst du mir hilfen?

Doelen:

de regels omtrent e / i- Wechsel kunnen en kennen:

bij: du, er, es , sie

lange klank, dan wordt e > ie     bijv. sehen, du siehst

korte klank, dan wordt e > i     bijv. treffen, er trifft

verder weet je dat ze net zo gaan als regelmatige werkwoorden

Veel voorkomende werkwoorden met E/I Wechsel zijn:

Maak nu in Boek B:

Hoofdstuk 5

Aufgaben 19 t/m 22

Tijd: 15 á 20 minuten 

Sprachfertigkeit:

Wat? Hoe? Wanneer?

> Jullie input

> Tweetallen/drietallen

> +/- 5 min.

Onderwerpen: ------------->

In het gesprek:

1. Voorstellen

2. Leeftijd

3. Broers/zussen

4. Hobby's/interesse

5. Toekomst (H5)

Wat mag je bij het gesprek hebben?

Bij gesprek:

1. Blad met 15 steekwoorden 

(evt. je poster/productje)

Bij het voorlezen:

> Je krijgt het tekstje van mij

Wat doe je nu met jouw tekst?

Je gaat nu zorgen dat je in je 2-tal/3-tal  een lopend gesprek gaat uitwerken.

Neem jullie stukken tekst en ga deze met goede zinnen combineren

_________________________________________________________________

> Doe je het alleen: schrijf dan uit wat de docent jou kan vragen.

Bedenk een aantal vragen waarop jij met jouw tekst antwoord.

Aussprache von Buchstaben (letters)

Opdracht: S. 61: Lese zu zweit ein Stück vor!

Opdracht: Zoek per letter een woord en oefen dit woord!

Aussprache 

Cette vidéo n'est plus disponible

Super! Dankeschön!

Nu zelf aan de gang

Zelfstandig  +  met begeleiding (na 10 min.)

1: Alles is met "regeltjes" > Stapsgewijs leren en oefenen dus :)

2: Controleren  kan telkens tussendoor

Schönes Wochenende!