Taalverzorging 3 - Hoofdletters en leestekens

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom allemaal! Fijn dat jullie er zijn!

Hier:

• is het rustig en gaan we met respect met elkaar om.
• staat de telefoon op stil en zit hij in je tas of zak.
• heb je geen kauwbare dingen in je mond.
• is iedereen nuttig bezig (nee, spelletjes spelen en praten zijn geen nuttige bezigheden).

Hoofdletters en leestekens

Leerdoel

 Je leertpunten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's gebruiken

Verschillen in betekenis

- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen

- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen

Waardoor komt het verschil in betekenis?

Verschillen in betekenis

- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen

- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen

In de eerste zin staat een opsomming van dieren die slapen.

In de tweede zin staan drie dieren die iets doen.

De plaats van de komma maakt het verschil in betekenis.

Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?

Hoofdletters en leestekens maken een tekst makkelijker om te lezen.

Je weet wanneer een zin begint en wanneer de zin klaar is.

Hierdoor begrijp je de tekst beter.

Wanneer gebruik je hoofdletters en leestekens?

Hoofdletters

• Aan het begin van een zin
  Het was schitterend weer dit weekend.
  
  
• Bij namen
  Mariëtte, het Noordik, Overijssel, het Kerkplein, Vroomshoop, Plopsaland.
  

Hoofdletters 

bij namen

Alle namen worden met een hoofdletter geschreven.

Kijk maar naar je eigen naam!

Bijvoorbeeld:

Ik ga met Ivo naar Parijs.

Namen 

Je schrijft altijd de voornaam en achternaam

met een hoofdletter.

Dus:

Anna Mulder - Wesley Smit - Amir Hassan 

Schrijf de zin goed over. Denk aan de hoofdletters en leestekens.

wie brengt jou naar het feest

Punten en vraagtekens

• Gebruik een punt bij gewone zinnen: 

De winter begint op 21 december.

• Zet na een vraag een vraagteken
  Doe jij de deur even open?

Schrijf de zin goed over. Denk aan de hoofdletters en leestekens.

we moeten dit snel bespreken

Schrijf de zin goed over. Denk aan de hoofdletters en leestekens.

ben je wel eens in frankrijk geweest

Wat is goed?

1. Amira
2. amira

Wat is goed?

1. zondag
2. Zondag

Wat is goed?

1. april
2. April

Wil je mij die brief geven

1. .
2. ?
3. !

Ik ga vanavond sporten

1. .
2. ?
3. !

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
neda wil je die bak met potloden aangeven

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
Janneke de Boer

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
nederlandse

1. Juist
2. Onjuist