1.10 Kijk naar taal

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 1.10 kijk naar taal
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

 LJ1:  Pak je boek en schrift van Nederlands. Open je boek op blz 36.

Huiswerk controle 

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- Kun je woorden in alfabetische volgorde plaatsen

- Kun je de betekenis van moeilijke woorden zoeken

- Kun je herkennen wat een omschrijving, synoniem en tegenstelling is

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Wat komt eerst?
noteren - vergelijken

1. noteren
2. vergelijken

Wat komt eerst?
pizza - pyjama

1. pizza
2. pyjama

Wat komt eerst?
pijl - picknick

1. pijl
2. picknick

Wie maakt wat? 

Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 38, 39, 40 en 42 op blz 37 t/m 40

De rest doet mee met de instructie. 

woordenboek

internet

alfabetiseren

beoordelen

aanraden

bepalen

Doe het alfabetiseren voor.

alfabetiseren

beoordelen

aanraden

bepalen

Doe het alfabetiseren voor op het whiteboard.

alfabetiseren

beoordelen

aanraden

bepalen

Doe het alfabetiseren voor op het whiteboard.

alfabetiseren

beoordelen

aanraden

bepalen

Doe het alfabetiseren voor op het whiteboard.

alfabetiseren

1 aanraden

2 beoordelen

3 bepalen

Doe het alfabetiseren voor op het whiteboard.

• = woorden die elkaars tegenstellingen zijn 
• Bijvoorbeeld: boven <> onder

• Waarom is dat handig? 
• Als je een tekst leest en een woord niet kent, dan kun je de betekenis van dat woord soms vinden door de tegenstelling.

• De Playstation 5 is prijzig, maar in de aanbieding is hij hopelijk goedkoop.

• Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat vaak snel voorbij. 

• Ik wilde de foto op m'n telefoon vergroten. Ik drukte echter per ongeluk op verkleinen.

• maar, echter, toch, daarentegen vertellen je dat er een tegenstelling wordt genoemd 

Tegenstellingen

5. Begeleid inoefenen

Uitleg van de opdrachten. 

6. Zelfstandig werken 

Je maakt zelfstandig opdracht 38, 39, 40 en 42 op blz 37 t/m 40

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen of je gaat de gebarentaal leren.

7. Evaluatie 

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

- Kun je woorden in alfabetische volgorde plaatsen

- Kun je de betekenis van moeilijke woorden zoeken

- Kun je herkennen wat een omschrijving, synoniem en tegenstelling is

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Donderdag 28 september

1.10 opdracht 38, 39, 40 en 42

Toetsen LJ1: 

Geen