NK blz. 60 en 61 N-D + Sprachmittel
dort
1 / 31
Éléments de cette leçon
dort
Slide 1 - Question ouverte
die Fußballmannschaft
Slide 2 - Question ouverte
der Geburtstag
Slide 3 - Question ouverte
erzählen
Slide 4 - Question ouverte
das Geschenk
Slide 5 - Question ouverte
vielleicht
Slide 6 - Question ouverte
das Handy
Slide 7 - Question ouverte
schlau
Slide 8 - Question ouverte
gern
Slide 9 - Question ouverte
gratulieren
Slide 10 - Question ouverte
witzig
Slide 11 - Question ouverte
ohne
Slide 12 - Question ouverte
quatschen
Slide 13 - Question ouverte
Spaß machen
Slide 14 - Question ouverte
die Verwandten
Slide 15 - Question ouverte
wählen
Slide 16 - Question ouverte
das Viertel
Slide 17 - Question ouverte
mögen
Slide 18 - Question ouverte
stimmen
Slide 19 - Question ouverte
wichtig
Slide 20 - Question ouverte
Heb je broers en/of zussen?
Slide 21 - Question ouverte
Kan je jouw familie beschrijven?
Slide 22 - Question ouverte
Ik heb een broer.
Slide 23 - Question ouverte
Dat is mijn vader.
Slide 24 - Question ouverte
Dat is mijn moeder.
Slide 25 - Question ouverte
Ik heb een zus.
Slide 26 - Question ouverte
Zij heet ... .
Slide 27 - Question ouverte
Hij is mijn oom.
Slide 28 - Question ouverte
Nee, ik heb geen broers en/of zussen.
Slide 29 - Question ouverte
Zij is mijn tante.
Slide 30 - Question ouverte
Haar naam is ... .
