2.2 Past Simple Past Perfect

Study words p.88


Goal:
Aan het einde van de les hebben we wat meer geleerd over Past Simple en Past perfect.

Samenwerken tijdens opdrachten doen we zachtjes. 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Study words p.88


Goal:
Aan het einde van de les hebben we wat meer geleerd over Past Simple en Past perfect.

Samenwerken tijdens opdrachten doen we zachtjes. 

Slide 1 - Diapositive

Tornado

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Texas
- What is the climate?
- What is this part of Texas known for?
- Are there famous landmarks / celebrities?
- What is the Texas culture like?

timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Grammar: Past simple
PAST SIMPLE

Slide 7 - Diapositive

Past Simple (exc 7 p.59)
What
Past simple
When
To say that something happened in the past.
How/Form
Add –ed OR an irregular form.
Signal words
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, a second ago, etc.
Examples
He walked her home last night.
I talked to him on the phone yesterday.
She tried to close her book but a fly got caught in between the pages.

Slide 8 - Diapositive

Past Perfect
Had + 3rd form (irregular verbs) /verb + ed (regular verbs)
Earlier action in the past:
I had cleaned the table before he came in.
Before he came in, I had cleaned the table.
He came in after I had cleaned the table.

  • Earlier action/First action in the past = past perfect
  • Later action/Second action in the past = past simple

               past perfect                       past simple                                                          
______________X___________________X_______________________________now

Slide 9 - Diapositive

Past perfect (exc.8,9)
Form: had + past participle (3e rijtje): had eaten, had left


Use: 2 moments in the past: Simple Past and Past Perfect
The first action gets the past perfect. The second action gets the past simple.





Slide 10 - Diapositive

past simple & past perfect

Slide 11 - Diapositive

De Past Perfect
gebeurde eerst,
daarna de Past simple
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Past Simple <> Past Perfect
Before we ____ (to go) to the party, we _____ (to go) to the cinema.
A
went / went
B
had gone / had gone
C
went / had gone
D
had gone / went

Slide 13 - Quiz

Past simple / past perfect:
__________ (to phone) Angie before he __________ ( to go) to London?
A
Did he phone - went
B
Did he phoned - gone
C
Did he phone - had gone
D
Had he phoned - went

Slide 14 - Quiz

Past simple / past perfect:
The storm _______ (to destroy) the sandcastle that we _______ (to build).
A
destroys - build
B
had destroyed - built
C
destroyed - had build
D
destroyed - had built

Slide 15 - Quiz

Past Simple <> Past Perfect
After Richard _____ (to study) biology, he _____ (to study) maths.
A
studied / studied
B
had studied / had studied
C
studied / had studied
D
had studied / studied

Slide 16 - Quiz

Past simple / past perfect:
The waiter __________ (to bring) the drink that I _______ (to order).
A
bring - order
B
had brought - ordered
C
brought - had ordered
D
brings - was ordering

Slide 17 - Quiz

Past Simple <> Past Perfect
Before Clark _____ (to call) the police, Sue _____ (to call) the fire department.
A
called / called
B
had called / had called
C
called / had called
D
had called / called

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Homework CB
2.2
Exc. 7,8,9,10,11,12
Extra: 12+13


Slide 20 - Diapositive

GOAL
- Understand your mistakes in the test
- Work and learn the expressions from this chapter

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Homework U2/L3
Unit 2 - lesson 3 (page 59-60
Exc. 2-3-5-6-8-9
Extra: 10-11

Oefenen kwizl
Past simple/past particle

Next lesson:
The passive

Slide 23 - Diapositive

GOAL
You will understand what to do for next week's test and where you can practice.

Slide 24 - Diapositive

Tips: LISTENING/WATCHING
Lees de tips over hoe jij beter luisteropdrachten kan maken tijdens de kijk- en luistertoets.

Maak daarna luisteropdrachten (via de link).

Slide 25 - Diapositive

Tip 1:Oriënteren / voorspellen
Vóór je gaat luisteren en kijken kun je je oriënteren op het onderwerp door al na te denken over wat voor soort fragment het is.
Bijvoorbeeld: een gesprek, een interview, een (nieuws)bericht, een verhaal of reclame.
Als je de vragen en de antwoorden bekijkt, zie je waarover het gaat. Vraag jezelf af wat je al van het onderwerp weet. Vaak krijg je bij een kijktoets een inleiding die je op weg helpt.

Slide 26 - Diapositive

Tip 2:De hoofdlijnen begrijpen

Probeer niet elk woord uit de tekst te begrijpen, maar let op de hoofdlijnen.

Gebruik de context en je gezonde verstand om het juiste antwoord te vinden.

Slide 27 - Diapositive

Tip 3: Eerst de vraag lezen


Lees eerst de vraag voor je gaat luisteren.
Je weet dan waar je op moet letten tijdens het luisteren.

Slide 28 - Diapositive

Tip 4: Kijk welke soorten vragen jij hebt
Elke soort vraag pak je op zijn eigen manier aan.
True / false vragen: vaak zit de keuze tussen waar of niet waar in één woord. Het goed lezen van de zin is dus extra belangrijk.
Open vragen geven je geen keuzeantwoorden, maar je moet zelf een antwoord bedenken. Kijk dan heel goed naar wat er gevraagd wordt en schrijf niet te veel of te weinig op.
Multiplechoicevragen geven je de keuze uit drie of meer antwoorden. Kijk goed naar de verschillen tussen de antwoorden. Soms valt één antwoord al af omdat je weet dat dat niet kan kloppen.

Slide 29 - Diapositive

Tip 5: Onbekende woorden 
Als je een woord niet kent kun je het fragment vaak toch begrijpen omdat je de betekenis van het woord kunt raden. 
Uit de context, dat is de rest van de zin en de andere zinnen eromheen, kun je vaak al opmaken wat een woord kan betekenen.
• Let op voorbeelden. Die beginnen vaak met: for example, such as, think of, especially.
• Lijkt het woord op een Nederlands woord? Competition lijkt bijvoorbeeld erg op competitie.

Slide 30 - Diapositive

Tip 6: Blijven luisteren

Als je in het begin van het fragment een woord hoort dat ook in een van de antwoordopties staat, denk je soms dat je het antwoord al weet. Maar....

Blijf dan toch tot het eind geconcentreerd luisteren! Soms is zo’n woord een afleider en hoor je het juiste antwoord pas op het eind.

Slide 31 - Diapositive

Samengevat:
Loop deze stappen door tijdens luisteropdrachten:
1. Lees voordat je gaat luisteren de vraag en de antwoordmogelijkheden door. 
2. Bedenk welk antwoord je het meest en welk antwoord je het minst logisch vindt.
3. Luister (aandachtig!) dan naar het fragment.
4. In de pauze na het fragment vul je direct een antwoord in en begin je opnieuw met stap 1.

Slide 32 - Diapositive

Meer oefenen? 
Easy=Makkelijk,gemiddeld (Elementary A2 listening): klik hier

Challenging=Uitdagend (Intermediate B1 listening): klik hier

Slide 33 - Diapositive

Homework U2/L3
Practice listening:
Studiewijzer in Magister

Next lesson:
Listening test

Slide 34 - Diapositive

UNIT  1 - Lesson 1
Exc. 1 t/m 4 (page 54-55)

Done? Lesson 2
Exc. 2 t/m 5 (page 56-57)

Slide 35 - Diapositive

UNIT 2 - Lesson 2
Reading 10 min.
Newsround 10 min.
Timeline 10 min.
Homework 20 min.


Slide 36 - Diapositive

Past Perfect

had + past particle (= voltooid deelwoord)
(3e rijtje onregelmatige ww. page 283)

Geeft aan dat iets vóór een bepaald moment / gebeurtenis in het verleden heeft plaats gevonden.
Deze gebruik je dan ook vaak i.c.m. past simple

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Take out your chromebook and open Kwizl:

H3: All Right 2021 - Listening - Unit 1-2

Done? Readtheory/exc. Magister 

Slide 39 - Diapositive