Verschil letterlijk en figuurlijk taalgebruik:
Letterlijk: er staat precies wat er bedoeld wordt.
Maartje draagt een prachtige gouden ring.Figuurlijk: Er wordt iets anders bedoeld dan er staat.
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
of:
Die leerling uit 1B heeft een schop onder zijn kont nodig.