Herhaling H2

Hoofdstuk 2:
Samen met het buitenland
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2:
Samen met het buitenland

Slide 1 - Diapositive

Waar gaat dit hoofdstuk over?


Als je iets koopt, is de kans groot dat het een product uit het buitenland is. Omdat het daar gemaakt of geteeld is of omdat je het via een buitenlandse site hebt gekocht. 

Dit hoofdstuk gaat over handel met het buitenland. Je leert welke rol de Europese Unie daarbij speelt en hoe de handel met arme landen eerlijker kan.

Slide 2 - Diapositive


2.1 Over de grens



Blz. 46 t/m 51

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Welke belangrijke begrippen
kwamen er voor in het filmpje?

Slide 5 - Carte mentale

Export en Import
EXPORT
IMPORT

Slide 6 - Diapositive

Import

  • Waarom is het belangrijk dat we producten en diensten importeren?
goedkoper
klimaat
grondstoffen
kwaliteit

Slide 7 - Diapositive

Export

  • Waarom is het belangrijk dat we producten en diensten exporteren?
  • Meer verkopen
  • Meer banen

Slide 8 - Diapositive

  • Internationale handel = import en export van handel tussen landen. 
     
  • Voor Nederland is de internationale handel erg belangrijk. Nederland heeft een open economie 



Internationale handel

Slide 9 - Diapositive

Internationale handel

  • bedrijven kopen producten uit het buitenland of 
  • verkopen producten aan het buitenland
uitvoer / export
invoer / import

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Import of export?
DSM verkoopt plastic aan Duitsland
A
Import
B
Export

Slide 12 - Quiz

Import of export?
De bananen bij de Jumbo komen uit Panama.
A
Import
B
Export

Slide 13 - Quiz

Import of export?
Action koopt producten uit China.
A
Import
B
Export

Slide 14 - Quiz

Import of export?
Onze eieren worden verkocht in de Spaanse supermarkt

A
import
B
export

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je het wanneer een land of een persoon goederen invoert?
A
Export
B
Import
C
Overslag
D
Mainport

Slide 16 - Quiz

Door meer export moeten we meer produceren en daardoor verdienen/verliezen bedrijven meer geld. Dan komen er meer/minder banen.
A
verliezen ; meer
B
verdienen ; minder
C
verdienen ; meer
D
verliezen ; minder

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Als Nederlandse bedrijven goederen of diensten verkopen aan het buitenland noem je dat ..
A
Import
B
Export
C
Doorvoer
D
Wederuitvoer

Slide 19 - Quiz

Weet je nog wat vrijhandel betekend?
Geef een korte omschrijving

Slide 20 - Question ouverte

Vandaag kijken we nog even naar de europese unie.
Import, export, vrijhandel, protectie en de eurozone

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Wie bepaald de hoofdlijnen van het Europese beleid
A
De Europese raad
B
De Europese Unie
C
De Europese baas

Slide 23 - Quiz

Protectiemaatregelen
Protectie = bescherming

Slide 24 - Diapositive

Protectie door de EU zorgt ervoor dat import uit niet-EU-landen makkelijker gaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Nederland importeert koffiebonen.
Waarom doet Nederland dat?

Slide 26 - Question ouverte

Alle landen van de Europese Unie hebben de euro als munteenheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Wat zijn invoerrechten?
A
Een belasting die je aan de grens betaalt voor het invoeren van producten.
B
Een subsidie die je ontvangt voor het invoeren van producten.
C
Het recht dat Nederland heeft om producten uit andere landen in te voeren.
D
Het recht van andere landen om producten uit Nederland in te voeren.

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Het rijke noorden en arme ....
A
Zuiden
B
Oosten

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

Structurele hulp is hulp in noodsituaties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Noodhulp is hulp in noodsituaties
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Nationaal inkomen
Ontwikkelingslanden
Noodhulp
Structurele hulp
Hulp in noodsituaties
Hulp aan ontwikkelingslanden om economisch zelfstandig te worden

Landen met veel armoede, slechte gezondheidszorg en weinig onderwijs

De inkomen van alle inwoners in een land bij elkaar opgeteld

Slide 37 - Question de remorquage

Slide 38 - Diapositive