Hoofdstuk 6 - herhaling

Hoofdstuk 6 - herhaling
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 - herhaling

Slide 1 - Diapositive

Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
slechte infrastructuur
B
monocultuur
C
snelle bevolkingsgroei
D
weinig analfabetisme

Slide 2 - Quiz

Hoe vergelijk je welvaart tussen landen?
A
Door te meten hoe gelukkig mensen zijn
B
Meten hoe hoog het nationaal inkomen is
C
Kijken of er gelijke inkomensverdeling is

Slide 3 - Quiz

Malawi heeft een nationaal inkomen van
13 800 000 000 (miljard) en 17 300 000 inwoners. Wat is de berekening?
A
geen antwoord mogelijk
B
17 300 000 : 13 800 000 000
C
13 800 000 000 : 17 300 000

Slide 4 - Quiz

Als iemand verhuist om economische redenen, dan wil hij weg vanwege
A
werk
B
natuurrampen
C
oorlog
D
familie

Slide 5 - Quiz

Bij ontwikkelingssamenwerking is het belangrijk dat:
A
Het arme land doet wat het rijke land zegt
B
Het rijke land alleen spullen geeft
C
Er samenwerking tussen rijke landen en ontwikkelingslanden om economisch zelfstandig te worden
D
Het gegeven geld na een jaar wordt terug gestort

Slide 6 - Quiz

Nederland ondersteunt met onderwijs, wat voor soort hulp is dit?
A
Noodhulp
B
Onderwijshulp
C
Structurele hulp
D
Nederlandse hulp

Slide 7 - Quiz

Welke hulp is bedoeld voor langere termijn?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 8 - Quiz

Om welke politieke redenen kunnen mensen uit hun land vluchten?
A
hongersnood
B
oorlog
C
armoede

Slide 9 - Quiz

WELVAART
WELZIJN
BBP per hoofd
Levensverwachting
Onderwijs
Koopkracht
Gebruiksgoederen
Voedselzekerheid

Slide 10 - Question de remorquage

Geld
Leefomstandigheden
Welvaart heeft alles te maken met... 
Welzijn heeft alles te maken met... 

Slide 11 - Question de remorquage

Ontwikkelingssamenwerking
A
Tijdelijke hulp aan mensen die zich in een noodsituatie bevinden
B
Samenwerking tussen rijke en arme landen met als doel het leven in de arme landen blijvend te verbeteren

Slide 12 - Quiz

Armoede blijft bestaan door armoede
A
Uitvoerwaarde
B
Vicieuze cirkel
C
Infrastructuur
D
Omdenken

Slide 13 - Quiz

Je wilt de armoedecyclus beschrijven. Welke vorm kies je?
A
B
C

Slide 14 - Quiz

Welk kenmerk van een ontwikkelingsland hoort niet thuis in dit rijtje?
A
Veel werkloosheid
B
Ondervoeding
C
Analfabetisme
D
Veel grondstoffen om te gebruiken

Slide 15 - Quiz

Wat is een monocultuur?
A
Per man 1 vrouw
B
Afhankelijk van 1 of slechts enkele producten
C
Veel voorraad
D
Meer export dan import

Slide 16 - Quiz

Maak de zin af:
In ontwikkelingslanden is het inkomen per hoofd van de bevolking
A
laag
B
hoog
C
niet te zeggen
D
voor iedereen hetzelfde

Slide 17 - Quiz

Welke oorzaak hoort niet thuis in dit rijtje bij oorzaken onderontwikkeling?
A
slecht onderwijs
B
slechte infrastructuur
C
geen protectiemaatregelen
D
grote schulden

Slide 18 - Quiz

Wat hoort niet thuis in het rijtje infrastructuur?
A
wegen
B
havens
C
internet
D
huizen

Slide 19 - Quiz

Wat is een vicieuze cirkel?
A
Iets onzichtbaars
B
Oorzaak van het ene probleem is het gevolg van een ander probleem
C
Cirkel die ronddraait
D
Mensen in ontwikkelingslanden leven in armoede

Slide 20 - Quiz

Wat is een microkrediet?
A
Lening die je niet behoeft terug te betalen
B
Lening van de overheid
C
Kleine lening aan kleine ondernemers
D
Je kan iets kopen zonder terug te betalen

Slide 21 - Quiz

Wat is structurele hulp?
A
Hulp die erop gericht is de oorzaken echt aan te pakken
B
Hulp bij een aardbeving of andere ramp
C
Hulp die niet nodig is
D
Hulp door het geven van geld

Slide 22 - Quiz

Wat is gebonden hulp
A
hulp waar je nooit meer vanaf komt
B
hulp waar je niets aan hebt
C
hulp waar je niets voor hoeft te doen
D
hulp biedend land stelt voorwaarden aan de hulp

Slide 23 - Quiz

Wat is fairtrade?
A
een eerlijke prijs voor producten
B
ruilhandel
C
de oogst is mislukt
D
handel in verboden producten

Slide 24 - Quiz

India heeft een bevolking van 1250 miljoen inwoners. Het nationaal inkomen is 1990 miljard. Bereken inkomen per hoofd v.d. bevolking.
A
1603
B
1592
C
1276
D
112

Slide 25 - Quiz

Een probleem in Afrika is corruptie.
Wat is corruptie ?
A
omkoping
B
korting
C
geld
D
bedreigd worden

Slide 26 - Quiz

De basisbehoeften zijn...
A
Huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, kleding
B
Huisvesting, kleding, eten, drinken
C
Huisvesting, kleding, voedsel, taal
D
Huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, voedsel

Slide 27 - Quiz

Wat is Fairtrade?
A
Eerlijke handel: de boer krijgt een eerlijke prijs voor het product.
B
Eerlijk spel: iedereen houdt zich aan de spelregels.
C
Producten die kleinschalig worden verbouwd, kleine akkers en kleine stallen.
D
Producten die zijn verbouwd zonder het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest.

Slide 28 - Quiz

Als er een put wordt gegraven in Afrika door Oxfam Novib, wat voor hulp is dat dan?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 29 - Quiz