Hoofdstuk 2 - De samenleving en verschillen (MAW2)

Hoofdstuk 2
'de samenleving en verschillen'
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2
'de samenleving en verschillen'

Slide 1 - Diapositive

Nog geen tags toegevoegd!

Soms plaats je een uitlegvideo vóór de definitie van een begrip en soms erna. Hou het consistent.
Welke (sociale) verhoudingen zijn er in dit klaslokaal?
Welke (sociale) verhoudingen zijn er in dit klaslokaal?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer ik deze les?
  • verschillende aspecten van identiteit
  • wat socialisatie is en hoe dit tot stand komt
  • de functies van socialisatie
  • verschillende elementen van cultuur
  • individualisering, globalisering en de gevolgen hiervan
Vorige les...

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer ik deze les?
  • ik weet wat sociale ongelijkheid is
  • ik kan macht en dwang onderscheiden en relateren
  • ik snap het begrip gezag
  • ik begrijp de tegenpolen samenwerking en conflict
  • ik ken de gevolgen van democratisering en globalisering
Leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§2.1 sociale ongelijkheid

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid is een situatie waarin verschillen tussen mensen, al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en die leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaarde zaken, van waardering en behandeling.

Slide 7 - Diapositive

pagina 33
Sociale ongelijkheid
  • verschillen waar een waardering aan verbonden is
  • sociale ongelijkheid is niet altijd discriminatie
  • er zijn vier soorten sociale ongelijkheid

Slide 8 - Diapositive

goede toelichting!
Sleep de soort sociale ongelijkheid naar de juiste afbeelding.
ongelijke verdeling van sociale hulpbronnen
ongelijke verdeling van symbolische hulpbronnen
ongelijke verdeling van economische hulpbronnen
ongelijke verdeling van politieke hulpbronnen

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale mobiliteit
  • jouw plek op de maatschappelijke ladder staat niet vast
  • sociale mobiliteit kan verklaard worden door positie toewijzing of positieverwerving

Slide 10 - Diapositive

pagina 36
Iris gaat als eerste van haar familie naar de universiteit. Is hier sprake van sociale mobiliteit?
Iris gaat als eerste van haar familie naar de universiteit. Is hier sprake van sociale mobiliteit?
A
Nee, het gaat hier niet om sociale mobiliteit
B
Ja, via het proces van positietoewijzing
C
Ja, via het proces van positieverwerving
D
Ja, zowel via het proces positietoewijzing als positieverwerving

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

§2.2 Macht

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Macht
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de mogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het dilemma van collectieve actie
  • Als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren is dat collectieve actie


  • Mensen kunnen profiteren van collectieve actie, zonder mee te werken
  • Dit zijn free riders

Slide 15 - Diapositive

pagina 38
Hoe is de corona pandemie een voorbeeld van het dilemma van collectieve actie?
Hoe is de corona pandemie een voorbeeld van het dilemma van collectieve actie?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan een oplossing zijn voor het dilemma van collectieve actie?

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

De oplossing
  • Dwang is de oplossing
  • Een actor met macht kan dwang gebruiken
  • Hoe meer hulpbronnen een actor heeft, hoe meer macht hij of zij heeft

Slide 18 - Diapositive

pagina 39

Welke machtsbron heeft Jaap van Dissel?

Welke machtsbron heeft Jaap van Dissel?
A
affectieve machtsbron
B
cognitieve machtsbron
C
economische machtsbron
D
politieke machtsbron

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Machtsbronnen
Gretha Thunberg gebruikt twee soorten machtsbronnen in het volgende filmpje. Welke twee?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kan stellen dat Gretha twee soorten machtsbronnen gebruikt, welke twee?
Je kan stellen dat Gretha twee soorten machtsbronnen gebruikt, welke twee?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
Gretha Thunberg gebruikt cognitieve en affectieve machtsbronnen in het filmpje

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informele en formele macht
  • Formele macht is vastgelegd in regels of wetten
  • Informele macht is niet officieel vastgeled

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§2.3 Gezag en niveaus

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezag
Gezag is macht die als legitiem wordt beschouwd.

Slide 27 - Diapositive

pagina 42
Micro-, meso- en macroniveau
Microniveau = gedrag van individuele personen

Mesoniveau = hoe gedragen groepen zich onderling

Macroniveau = gedrag op het niveau van samenlevingen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welk niveau is gezag hier bestudeerd?
Op welk niveau is gezag hier bestudeerd?
"Op 17 maart won de VVD met 34 zetels de Tweede Kamerverkiezingen"
A
Microniveau
B
Mesoniveau
C
Macroniveau

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

§2.4 Samenwerking en conflict

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenwerking
Samenwerking is het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.

Slide 32 - Diapositive

pagina 46
Wat is nodig voor samenwerking?
Wat is nodig voor samenwerking?

Slide 33 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenwerking
Voorbeelden van antwoorden:
  • compromisbereidheid
  • onderling vertrouwen
  • wederzijdse acceptatie

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conflict
Conflict is een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Karl Marx (1818-1883)
Filosoof
Samuel Huntington (1927-2008)
Politicoloog
Confictbenadering van Marx en Huntington

Slide 36 - Diapositive

Pagina 48
Photo credits S. Huntington:
Copyright World Economic Forum (www.weforum.org), swiss-image.ch/Photo by Photo by Peter Lauth - Samuel P. Huntington - World Economic Forum Annual Meeting Davos 2004

Sleep de denker naar de juiste opvatting
Conflict wordt veroorzaakt door materiële verschillen tussen de bezittende en de bezitlose klasse
Door sociale en culturele verschillen ontstaat conflict

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Manifeste en latente conflicten
  • Manifest conflict = er wordt openlijk tegengewerkt, het conflict is zichtbaar.
  • Latent conflict = het conflict is subtieler, verborgen.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gemeenschappelijk doel
samenwerking
Eigen doel
conflict
Elkaar tegenwerken
Handelen op elkaar afstemmen

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§2.5 Verhouding in een veranderende samenleving

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Democratisering
Democratisering is het proces van verandering van machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder machts.

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het democratiseringsproces heeft geleid tot drie soorten grondrechten.
Welke hoort er niet bij?
Het democratiseringsproces heeft geleid tot drie soorten grondrechten.
Welke hoort er niet bij?
A
Klassieke vrijheidsrechten
B
Mensenrechten
C
Politieke rechten
D
Sociale rechten

Slide 43 - Quiz

Pagina 50
Globalisering
Globalisering is het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en afhankelijkheden over zeer grote afstanden en over landsgrenzen heen.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Globalisering
Hyperglobalisten wijzen op het groeiperspectief van globalisering en zijn voorstanders
Andersglobalisten vinden dat overproductie en overconsumptie moet worden gestopt en zijn tegenstanders

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voor- en nadeel van globalisering
Ben jij een hyperglobalist of een andersglobalist? Verzin voor beide kampen een argument

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Lien

Optioneel als samenvatting van het hoofdstuk/de paragraaf

Slide 49 - Lien

Optioneel als extra materiaal bij de les


Wat heb je geleerd deze les?
Wat heb je geleerd deze les?

Slide 50 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Wat vind je nog lastig?https://www.youtube.com/watch?v=YmkjIuOTq1g
Wat vind je nog lastig?

Slide 51 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb ik geleerd deze les?
  • ik weet wat sociale ongelijkheid is
  • ik kan macht en dwang onderscheiden en relateren
  • ik snap het begrip gezag
  • ik begrijp de tegenpolen samenwerking en conflict
  • ik ken de gevolgen van democratisering en globalisering
ik leerde...

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van hoofdstuk 2
De samenleving en verschillen

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions