Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Bonjour, je m'appelle ...
Slide 2 - Diapositive
Afspraken
1. Ik ben tijdig in de les.
2. Mijn groene bestekmap en mijn opgeladen chromebook liggen klaar op de bank.
3. Ik ben stil en aandachtig.
Ik blijf op mijn stoel zitten tenzij de leerkracht vraagt om me te verplaatsen.
4. Ik ben stil en aandachtig.
Slide 3 - Diapositive
La leçon de français
Slide 4 - Diapositive
6. Ik wacht tot de leerkracht klaar is met haar uitleg alvorens vragen te stellen.
7. Ik ben altijd beleefd tegen de leerkracht en tegen medeleerlingen.
8. Ik dien mijn taken tijdig in. Als ik het ben vergeten of ik heb ze niet gemaakt, mag ik ze de volgende dag nog afgeven. Ben ik de volgende les niet in orde dan krijg ik geen punten meer voor deze taak.
9. Ik eet nooit tijdens de les. (ook geen snoep of kauwgom)
Slide 5 - Diapositive
10. Ik gebruik mijn chromebook enkel als de leerkracht het vraagt.
11. Ik heb altijd oortjes of een koptelefoon bij.
12. Mijn GSM blijft gans de dag in mijn boekentas tenzij de leerkracht het vraagt.
13. Ik ben rustig tijdens de leswissels.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Hoe zeg je België in het Frans?
A
Pays de Belge
B
Belgia
C
Le Royaume Belge
D
La Belgique
Slide 9 - Quiz
Wat is een andere naam voor Parijs?
A
Stad van de Vrede
B
Stad van de Vriendschap
C
Stad van de Liefde
D
Stad van de Wetenschap
Slide 10 - Quiz
Hoe heet de supersnelle trein die tussen België en Frankrijk rijdt?
A
De Concorde
B
De Eurostar
C
De Thalys
D
De ICE
Slide 11 - Quiz
Welk Frans getal komt er na 'deux'?
A
Quatre
B
cinq
C
trois
D
sept
Slide 12 - Quiz
Hoe begroeten Walen elkaar meestal?
A
Zwaaien
B
High-fiven
C
Buigen
D
Hand geven en kussen(op de wang) geven
Slide 13 - Quiz
Welke andere groet dan 'Bonjour' kun je gebruiken bij vrienden?
A
Hi!
B
Salut!
C
Santé
D
Merci!
Slide 14 - Quiz
Welk antwoord kun je geven op de vraag: 'Bonjour, comment ça va?'
A
ça va bien.
B
Oui.
C
S'il vous plaît.
D
Au revoir!
Slide 15 - Quiz
Hoe noemen de Walen ons nationale voetbalelftal?
A
Les Rouges
B
Les Diables Rouges
C
De Rode Duivels
D
Les Verts
Slide 16 - Quiz
Wat is de echte naam van de zanger Stromae?
A
Paul Van Haver
B
Maestro
C
Papaoutai
D
Pierre Le Blanc
Slide 17 - Quiz
Welke van deze striphelden zijn Frans?
A
Suske en Wiske
B
Donald Duck en Mickey
C
Astérix en Obélix
D
Ironman & De Hulk
Slide 18 - Quiz
Hoe heet een stokbrood in het Frans?
A
Un croissant
B
Une boule
C
Une baguette
D
Une brioche
Slide 19 - Quiz
In welke andere Europese landen spreekt men Frans?
A
België , Luxemburg en Zwitserland
B
Spanje, Portugal en Italië
C
Engeland, Ierland en Denemarken
D
België, Luxemburg en Duitsland
Slide 20 - Quiz
Wat zeg je in het Frans als je iemand niet verstaat?
A
Bonjour?
B
Pardon?
C
A quelle heure?
D
Vive la France!
Slide 21 - Quiz
Hoe zeg je 'Tot ziens' in het Frans?
A
Bonjour!
B
Bonsoir!
C
Adios!
D
Au revoir!
Slide 22 - Quiz
Hoe heet de Eiffeltoren in het Frans ?
A
La Tour Eiffel
B
Le Tour de France
C
LaTour de Pisa
D
Le Eiffeltour
Slide 23 - Quiz
Waar hangt dit beroemde schilderij?
A
Musée Rodin
B
Louvre
C
Musée d'Orsay
D
Musée Picasso
Slide 24 - Quiz
Hoe heet deze Parijse voetbalclub ?
A
Paris Saint-Michel
B
Paris Saint-Germain
C
Paris Stade de France
D
Paris Germain
Slide 25 - Quiz
Wat is een 'croque-monsieur' ?
A
een oude meneer
B
een tosti
C
een buurman
D
macaroni met kaas
Slide 26 - Quiz
Wat is de Franse naam van dit stripfiguur ?
A
Tintin
B
Kuifje
C
Martin
D
Gaston
Slide 27 - Quiz
In welke animatiefilm speelt deze muis ?
A
Madagascar
B
Intouchables
C
Ratatouille
D
Ma vie de Courgette
Slide 28 - Quiz
Op welke straat in Parijs eindigt de Tour de France ?