H2 par. 2.4 De Griekse goden

Memo brugklas HV
H2. De tijd van Grieken en Romeinen
par. 2.4 De Griekse goden
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Memo brugklas HV
H2. De tijd van Grieken en Romeinen
par. 2.4 De Griekse goden

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je 4 voorbeelden geven van Griekse goden.
  • Kun je 3 voorbeelden geven hoe de Grieken hun goden vereerden. 
  • Kun je 3 kenmerken geven van de oude Olympische Spelen.
  • Kun je uitleggen wat een orakel is.
  • Kun je uitleggen wat mythen zijn.
  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Diapositive

timer
1:00
Wat weet je al over Griekse goden?

Slide 3 - Carte mentale

0

Slide 4 - Vidéo

Griekse goden
  • Elke god had zijn eigen taak.
  • Verklaring voor natuurverschijnselen, zoals stormen, onweer, overstromingen, vulkaanuitbarstingen.
  • Hadden invloed op het leven van mensen: ziek, goed huwelijk, kinderen etc.
  • Leken net mensen: blij, boos, verdrietig, jaloers, verliefd.
  • Waren onsterfelijk.

Slide 5 - Diapositive

Hera was de godin van
timer
0:20
A
de liefde
B
het huwelijk
C
krijgskunst
D
slimheid

Slide 6 - Quiz

Wie was de god van de zee?
timer
0:20
A
Hades
B
Poseidon
C
Zeus
D
Apollo

Slide 7 - Quiz

Hades was de god van
timer
0:20
A
de zee
B
de krijgskunst
C
de onderwereld
D
hemel & aarde

Slide 8 - Quiz

Wie was de Griekse oppergod?
timer
0:20

Slide 9 - Question ouverte

Athene was de godin van...
Er zijn twee goede antwoorden.

timer
0:20
A
krijgskunst
B
wijsheid
C
liefde
D
huwelijk

Slide 10 - Quiz

De Griekse goden vormden één grote familie
timer
0:20
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Kinderen van Zeus
  • Apollo: god van de muziek en kunst
  • Athene: godin van de krijgskunst en wijsheid.
  • Aphrohodite: godin van de liefde.

Slide 12 - Diapositive

Hoe vereerden de Grieken hun goden?
  • Ze bouwden altaren: bij Grieken thuis, later in tempels.
  • Op deze altaren werden offers gelegd, zoals dieren, wijn, fruit, zilver.
  • Ze bouwden ook tempels.
  • En er werden feesten en sportwedstrijden gehouden.

Slide 13 - Diapositive

Griekse tempel
  • Voor bijv. de beschermgod(in) van de stad.
  • Godenbeelden.
  • Priesters: brachten offers om goden gunstig te stemmen en te vereren.

Slide 14 - Diapositive

Grieks geloof
Grieken geloofden in vele goden. En ze zouden wonen op de berg Olympus, de hoogste berg van Griekenland. Overal bouwden de oude Grieken beelden en tempels, als eerbetoon aan hun goden. 

Slide 15 - Diapositive

Orakel
  • Heiligdom waar een god  via een priester(es) een voorspelling doet. 
  • De voorspelling zelf werd een orakel genoemd.
  • De voorspellingen waren nogal raadselachtig.
  • Grieken gingen  naar een orakel om advies te vragen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Mythen
  • Grieken vertelden elkaar verhalen over goden, halfgoden en helden:
  • In deze mythen komen ook vaak vreemde wezens voor.
  • Voorbeelden: Trojaanse oorlog, reizen van Odysseus: Ilias & de Odyssee geschreven door Homeros in de 8e eeuw v.C

Slide 18 - Diapositive

timer
1:00
Wat weet je al over de oude Olympische Spelen?

Slide 19 - Carte mentale

0

Slide 20 - Vidéo

De oude Olympische Spelen

  • 776 v. Chr. tot 393 n. Chr.
  • Elke vier jaar
  • Ter ere van Zeus
  • Naakt
  • Eerder in het jaar spelen voor de vrouwen
  • Ter ere van Hera
  • Met kleding

Slide 21 - Diapositive

Noem 1 verschil tussen de oude Olympische Spelen en de huidige Olympische Spelen.
timer
1:00

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 23 - Question ouverte

Wat vind je nog lastig?

Slide 24 - Question ouverte

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 2.4 lezen en daarna maak je de opdrachten van par. 2.4  tot de toepassing.
Hoe? Alleen
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit, dan vraag je hulp aan je docent.
Tijd? Tot het einde van de les.
Klaar? Dan ga je de toepassingsopdracht maken van par. 2.4 en de leerdoelen uitwerken. Je kunt ook de TestJezelf maken in SOM.

Slide 25 - Diapositive