Oefenvragen elektriciteit

Is dit een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
1 / 22
suivant
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Is dit een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling

Slide 1 - Quiz

geleider of isolator: koper
A
geleider
B
isolator

Slide 2 - Quiz

geleider of isolator: plastic
A
geleider
B
isolator

Slide 3 - Quiz

geleider of isolator: steen
A
geleider
B
isolator

Slide 4 - Quiz

Welke stof is geen geleider?
A
Koper
B
IJzer
C
Aluminium
D
Glas

Slide 5 - Quiz

Wat is de spanning die de spanningsbron in deze schakeling levert? De lampjes zijn hetzelfde.

Slide 6 - Question ouverte

hoeveelheid energie die een spanningsbron per seconde levert noemen we ...

Slide 7 - Question ouverte


A
Stroommeter
B
Spanningsmeter
C
Spanningsbron
D
Lampje

Slide 8 - Quiz


A
Stroommeter
B
Spanningsmeter
C
Spanningsbron
D
Lampje

Slide 9 - Quiz

Op de afbeelding zie je een....
A
Zekering
B
Schakelaar
C
Lampje
D
Weerstand

Slide 10 - Quiz

Stroomsterkte is een...
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 11 - Quiz

Eenheid van stroomsterkte
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule

Slide 12 - Quiz

Wat gebeurt er met de stroomsterkte door het 5e lampje, als je het 1e lampje eruit draait?
A
De stroomsterkte wordt 0 A.
B
De stroomsterkte neemt af met 20%.
C
De stroomsterkte blijft gelijk.
D
De stroomsterkte neemt toe met 20%.

Slide 13 - Quiz

Is het een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
Serie
B
Parallel
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 14 - Quiz

Wat is het symbool van stroomsterkte?
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 15 - Quiz

Wat is de eenheid van spanning?
A
ampere
B
watt
C
volt
D
joule

Slide 16 - Quiz

Waartegen beschermt een zekering?
A
Overbelasting
B
Lekstroom
C
Elektrische schok
D
Kortsluiting

Slide 17 - Quiz

Elke groep in huis is beveiligd met een zekering.
Hoe is een zekering met de apparaten in een groep geschakeld?

A
in serie
B
parallel
C
dat verschilt per apparaat

Slide 18 - Quiz

Als er teveel apparaten aangesloten worden, slaat een zekering door.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Een gloeilamp verbruikt 20 W.
Het staat 1 minuut aan.
Hoeveel energie heeft het verbruikt?

Slide 20 - Question ouverte

De kilowattuur is een eenheid van
A
stroom
B
energie
C
vermogen
D
spanning

Slide 21 - Quiz

Een elektrisch kacheltje met een vermogen van 2500 W staat 3 uur aan.
Hoeveel kWh heeft het verbruikt? Wat kostte dat ongeveer?

Slide 22 - Question ouverte