15 hele hoofdstuk (les 1 en les 2)

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Deze lesson up bevat allerlei opdrachtjes over h15 (evenwichtsorgaan, gehoorzintuig en gezichtszintuig)

Werk vandaag (2 lessen) deze lesson up door. Je mag alles in je boek opzoeken.

Dit bereid je voor op de oefentoets die je woensdag gaat maken.

Vraag over 15.1 evenwichtsorgaan

zie volgende slide

https:

Vragen over 15.2 het gehoorzintuig

oorschelp

1

gehoorgang

2

trommelvlies

4

oorsmeerkliertjes

3

gehoorbeentjes

5

slakkenhuis

6

gehoorzenuwen

7

buis van Eustachius

8

evenwichtsorgaan

9

                           is de                                 prikkel voor het oog.

Geluid is de prikkel voor het                   .  

Een prikkel wordt pas waargenomen als deze  sterker is dan de                           . Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een         

adequate

 oor 

licht

drempelwaarde 

impuls 

 Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen

-->

-->

-->

-->

-->

gehoorbeentjes trillen

zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen

impulsen gaan naar hersenen

geluid zorgt voor trillingen in de lucht

trommelvlies gaat trillen

Sleep de woorden op de juiste plaats in de tekst. 

Wanneerje gaat duiken: 

Hoe dieper in het water, hoe ................... de druk. 

De druk in het buitenoor zal dus ............................. . 

De druk in het middenoor wordt in verhouding ..................... dan in het uitwendig oor. 

Kleiner

Hoger

Dalen

Stijgen

Het slakkenhuis

1. Gehoorbeentjes
2. Slakkenhuis
3. Trommelvlies
4. Buis van Eustachius

Botverankerde gehoortoestellen geven trillingen uit de lucht direct door aan het binnenoor. Dit type gehoorapparaat werkt niet bij problemen met:

1. Gehoorbeentjes
2. Orgaan van Corti
3. Trommelvlies
4. Buis van Eustachius

Vragen over 15.3 en 15.4

het gezichtszintuig

Op de volgende pagina's staan links

naar opdrachten over het oog.

https:

https:

https:

https:

https:

https:

Hoe gingen de opdrachten?

1. Goed, ik hoefde weinig op te zoeken
2. Goed, maar ik moet nog veel leren
3. Matig, ik maakte regelmatig een fout.
4. Slecht, ik moet nog veel leren.

Is er een onderdeel waar je
graag extra uitleg over wilt?