H8 De winkel verzorgen

• Handel
• MBO
• Studiejaar 1

H8 De winkel verzorgen

Iedere winkel heeft dezelfde schoonmaakwerkzaamheden

1. waar
2. niet waar

Schoonmaak

Op welke manier en hoe vaak je moet schoonmaken, hangt af van het soort winkel. 

In een kledingwinkel maak je bijvoorbeeld op een andere manier schoon dan in een slagerij.

De retailer wil liever niet dat de klant last heeft van opruim- en schoonmaakwerk. Aanvullen, spiegelen, schoonmaken gebeurt vaak na sluitingstijd. 

Wat zijn de voordelen van gespiegelde schappen?

Buitenpresentatie

Veel winkels hebben een buitenpresentatie, zoals vlaggen of een reclamebord. Ook deze buitenpresentatie en de omgeving daarvan moeten verzorgd zijn. 

• Je veegt de straat aan. 
• Zwerfvuil weggooien.
• Je hebt de plicht om de winkelomgeving tot 25 meter vanaf je voordeur afvalvrij te houden.  
• Ligt er in de winter sneeuw, dan zorg je dat er een sneeuwvrij pad naar de winkel is. 

Hoeveel meter vanaf de deur van de winkel moet je verzorgen?

1. Alle stoep die je kunt zien
2. Alleen de eerste 2 meter vanaf je voordeur.
3. 25 meter vanaf je voordeur.
4. Er zijn geen regels over.

Er is een verschil tussen onderhoud en schoonmaak in een winkel. Noem een voorbeeld van onderhoud in de winkel.

Winkels hebben een schoonmaakplan. Wat is dit?

Schoonmaakplan

In een schoonmaakplan staat precies:

• Wat je moet schoonmaken.
• Wanneer je moet schoonmaken 
• Hoe vaak je iets moet schoonmaken (schoonmaakfrequentie)
• Vooral in winkels waar eten en drinken verkocht wordt, is een schoonmaakplan belangrijk.
• Op het schoonmaakrooster moet je altijd een datum, tijd en je paraaf invullen.

Droog vuil

-  Vuil dat je kunt zien en dat niet is aangekleefd. Bijv. stof/zand.

 

 

Onzichtbaar vuil

Onzichtbaar vuil zie je niet. Toch moet je het weghalen. In onzichtbaar vuil kunnen bacteriën, virussen en schimmels zitten, waar je erg ziek van kunt worden. Onzichtbaar vuil haal je weg door schoon te maken met bijvoorbeeld een schone vochtige doek, een reinigingsmiddel of een desinfecteermiddel. Een desinfecteermiddel hoef je alleen te gebruiken in bepaalde situaties, zoals bij messen waarmee je rauwe levensmiddelen of vleesproducten snijdt. Of je een desinfecteermiddel moet gebruiken, staat in de werkinstructie of hoor je van je leidinggevende.

Aangekleefd vuil

- is zichtbaar vuil dat stevig vastzit, zoals vetvlekken. Je kunt aangekleefd vuil verwijderen door bijvoorbeeld met een reinigingsmiddel te schrobben of te dweilen.

Onzichtbaar vuil

• Onzichtbaar vuil zie je niet.  Er kunnen bacteriën, virussen en schimmels zitten, waar je erg ziek van kunt worden.
• Haal je weg door schoon te maken met bijv. een schone vochtige doek, een reinigingsmiddel of een desinfecteermiddel.
•  Een desinfecteermiddel gebruik je alleen bij rauwe levensmiddelen of vleesproducten. 

Welke hulpmiddelen gebruik je bij droog vuil?

Welke hulpmiddelen gebruik je bij aangekleefd vuil?

Hoe verwijder je bacteriën?

Kruisbesmetting

In  vuil kunnen micro-organismen zitten.  Dit zijn microscopisch kleine, levende wezens, zoals bacteriën, virussen en schimmels. 

•  Kunnen ziekteverwekkers zijn
• Je vindt ze vaak op warme/vochtige plekken, plekken met voedsel.
• Desinfecteren is ontsmetten.
• Winkels met voedingsmiddelen moet je vaker schoonmaken anders is de kans op bederf van de voedingsmiddelen groot.--> komen dan te veel ziekteverwekkers in of op.
  
• Voedingsmiddelen, zoals kippenvlees en eieren, kunnen salmonellabacteriën bevatten. -->  veroorzaken voedselvergiftiging, 
• Als ziekmakende bacteriën van het ene op het andere product komen, noem je dat kruisbesmetting. 

Een voorbeeld van kruisbesmetting is: groente die je snijdt op de snijplank waar je net kipfilet op hebt gesneden.

1. waar
2. niet waar

Volgorde schoonmaken

Bij het schoonmaken houd je een logische volgorde aan:

Van hoog naar laag: begin hoog en eindig op de vloer.

Van droog naar nat: eerst rommel opruimen, stofzuigen, dan ramen lappen en dweilen.

Van schoon naar vuil: begin met de schonere oppervlakten, zoals wastafels. Doe toiletten als laatste.

De juiste volgorde van de badkamer poetsen is:
1. wasbak 2. toilet 3. douchebak

1. waar
2. niet waar

Wanneer je omgeving rondom de toonbank reinigt, begin je met de vloer.

1. waar
2. niet waar

Het is een goed idee om schoonmaakmiddelen met elkaar mengen om zo een sterk schoonmaakmiddel te krijgen.

1. waar
2. niet waar

Mengen

Je mag nooit schoonmaakmiddelen mengen. Dit is zeer gevaarlijk. De stoffen die in schoonmaakmiddelen zitten, kunnen namelijk op elkaar reageren en gevaarlijke gassen vormen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als bleekmiddel in aanraking komt met een ander schoonmaakmiddel waar een zuur in zit. Als je dit soort schoonmaakmiddelen mengt, kun je flauwvallen en je longen kunnen beschadigd raken.

Wat betekent dit symbool op een schoonmaakmiddel?

1. Pas op giftig
2. Pas op irriterend
3. Pas op dodelijk
4. Pas op niet gebruiken

8.3 HACCP= Hazard Analysis and Critical Control Points

HACCP =  wettelijke eisen op het gebied van voedselveiligheid.

 In de praktijk van de retailmedewerker staat HACCP voor een set regels die je moet volgen om te zorgen voor voedselveiligheid. Veel bedrijven hebben hier een handboek of procedures voor.

Controle op naleving van de regels

Een voorbeeld van een HACCP regel is, de wettelijk verplichte temperatuur voor gekoelde versproducten. En het meten van de temperatuur ter controle.

1. waar
2. niet waar

In de Warenwet staat dat ingevroren producten maximaal een half uur buiten de vriescel mogen staan na ontvangst. Bij sommige winkels is dit verkort naar vijftien minuten.

1. waar
2. niet waar

Verzorging van jezelf

Goede persoonlijke hygiëne is belangrijk om verschillende redenen:

1. Zo voorkom je ziektes.
   
2. Als je vaak je handen wast, heb je minder kans op griep en verkoudheid.
   
3. Het is prettiger voor de klanten.
   
4. Een retailmedewerker die bijvoorbeeld naar zweet ruikt, maakt geen goede indruk.
   
5. Het is prettiger voor je collega’s.
   

Let hierop als je werkt met levensmiddelen:

draag beschermende kleding of een schort
doe lang haar in een staart, of gebruik een schoon mutsje of een haarnetje
draag handschoenen
zet als het nodig is een mondkapje op.

1. waar
2. niet waar

Noem een voorbeeld van persoonlijke beschermingsmiddelen in de winkel.

Hoeveel kilo mag je met de hand tillen?

Hier zie hoe je op de juiste manier tilt.

1. waar
2. niet waar

De mevrouw op de foto heeft de juiste houding bij het stofzuigen.

1. waar
2. niet waar

Een rolcontainer kun je het beste trekken. Dit is ergonomisch gezien het beste.

1. waar
2. niet waar

Opdrachten 

Maak vraag 2 t/m 15