Havo 4 - argumenteren les 3

H2 - argumenteren
      par. 2 Argumentatiestructuren
Doelen:
  • Ik kan onderscheid maken tussen enkelvoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie, tussen afhankelijke en onafhankelijke argumenten, tussen standpunt en argument.
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H2 - argumenteren
      par. 2 Argumentatiestructuren
Doelen:
  • Ik kan onderscheid maken tussen enkelvoudige, onderschikkende en nevenschikkende argumentatie, tussen afhankelijke en onafhankelijke argumenten, tussen standpunt en argument.
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • terugblik
  • uitleg argumentatiestructuren
  • samen oefenen
  • weektaak

Slide 2 - Diapositive

terugblik
standpunt
argument
feitelijk en waarderend argument
tegenargument en weerlegging

Slide 3 - Diapositive

Stelling: 
Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Rotterdam gaan
Waarderend argument
Feitelijk 
argument

Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Rotterdam te komen
Dan maken er meer mensen gebruik van het openbaar vervoer

Slide 4 - Question de remorquage

Stelling: 
Maastricht is een prima stad om een 
excursie voor CKV te organiseren. 
Waarderend argument
Feitelijk argument
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken
Maastricht heeft een gezellige binnenstad

Slide 5 - Question de remorquage

argumentatiestructuren

Slide 6 - Diapositive

argumentatiestructuren
Argumenten kunnen op verschillende manieren het standpunt ondersteunen. Er zijn vier basisstructuren van argumentatie:
1 enkelvoudige argumentatie
2 onderschikkende argumentatie
3 nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
4 nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten


Slide 7 - Diapositive

argumentatiestructuren
Argumenten kunnen op verschillende manieren het standpunt ondersteunen. Er zijn vier basisstructuren van argumentatie:
1 enkelvoudige argumentatie
2 onderschikkende argumentatie
3 nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
4 nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten


Slide 8 - Diapositive

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

 HET WAS EEN LEUKE LES 

DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI

Slide 9 - Diapositive

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

 HET WAS EEN LEUKE LES 

DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI

Slide 10 - Diapositive

Argumentatiestructuren

Slide 11 - Diapositive

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument.

Slide 12 - Diapositive

nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten

Slide 13 - Diapositive

 nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumentatie
Bij nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumentatie kan het ene argument niet zonder het andere argument: ze zijn van elkaar afhankelijk

Slide 14 - Diapositive

 nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumentatie
Ik ga niet studeren in Leiden.


Mijn broer woont daar en ik wil niet in dezelfde stad wonen als mijn broer.

Slide 15 - Diapositive

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Bij welke argumentatiestructuur heb je maar één argument?
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie

Slide 17 - Quiz

Hoe heet deze argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie met onafhankelijk argument
D
Nevenschikkende argumentatie met afhankelijk argument.

Slide 18 - Quiz

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie

Slide 19 - Quiz

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie

Slide 20 - Quiz

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie

Slide 21 - Quiz

Het Leeuwendeel College is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 22 - Quiz

Het Leeuwendeel College is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 23 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al veel ervaring op dit gebied. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 24 - Quiz

Het Leeuwendeel College is voor leerlingen van alle leeftijden een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 25 - Quiz


Welke argumentatiestructuur 
A
nevenschikkend - onafhankelijk
B
nevenschikkend - afhankelijk
C
onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend

Slide 26 - Quiz


Welke argumentatiestructuur?
A
nevenschikkend - onafhankelijk
B
nevenschikkend - afhankelijk
C
onderschikkend
D
onder- en nevenschikkend

Slide 27 - Quiz

weektaak
H2 Argumenteren
Paragraaf 2 Argumentatiestructuren
opdracht 1 t/m 3

Slide 28 - Diapositive