Klas 4 Mavo 18-1-2021

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2-4

Willkommen im Deutschunterricht

Rückblick

Aufbau der Stunde

- oefenen woorden SO

- Bespreken oefeningen 25,28,29,30,31

- Aan de slag met de Redemittel

Lernziele

Je:

• weet wat je nog moet doen voor je SO
• je hebt geoefend met de woorden en zinnen uit de woordenlijst en Redemittel
  
• je hebt geoefend voor je mondeling

Vorwissen aktivieren

 Was wisst ihr schon?

Tekst

de cavia

1. der Hamster
2. die Maus
3. das Kaninchen
4. das Meerschweinchen

de eengezinswoning

1. das Einfamilienhaus
2. die Eingesinswohnung
3. die Einfamilienhaus
4. das Reihenhaus

achteraan

1. hinteran
2. hinter
3. vonhinten
4. hinten

wisselen

1. wichslen
2. wechselen
3. wechseln
4. wichselen

de euro

1. die Euro
2. der Euro
3. das Euro
4. der euro

naar de bioscoop gaan

1. in die Kino gehen
2. ins Kino gehen
3. zum Kino gehen
4. nach dem Kino gehen

tv kijken

1. fernschauen
2. TV sehen
3. fernsehen
4. TV schauen

contant

1. bar
2. mit Geld
3. contant
4. cash

vieren

1. fieren
2. feieren
3. festen
4. feiern

stom

1. stöm
2. blod
3. stum
4. blöd

verhuizen

1. verhausen
2. umhausen
3. umziehen
4. verziehen

nodig hebben

1. notig haben
2. brauchen
3. gebrauchen
4. ausbrauchen

houden van

1. mogen
2. magen
3. lieben
4. halten von

er is, er zijn

1. er ist
2. es gibt
3. es ist
4. es sein

Hier kommt die Erläuterung....!

Neem blz. 37 oef. 25 voor je 

Opdracht:

Controleer je antwoorden. 

Verbeter indien nodig

Stel je vragen als je iets niet bergrijp

Was: Oef. 39a + 40a blz. 47

Wie: zelfstandig

Zeit:  12 minuten

Hilfe: Woordenlijst / Redemittel / Woordenboek 

Fertig: ga verder met oef. 55

Ergebnis: Bespreken we klassikaal

Selbständig arbeiten

Je gaat aan de slag met spreken. We combineren oef. 39a+40a op blz. 47

Doel: Je gaat in ca. 1 minuut iets over jezelf vertellen. Daarbij noem je minimaal de 6 onderdelen van oef. 39+40. 

Het is de bedoeling dat je dat zoveel mogelijk uit je hoofd doet. Dus, niet alle zinnen eerst door Translate duwen en dan voorlezen. Dat kan bij je mondeling straks ook niet. Schrijf desnoods per onderdeel een steekwoord op als steun.

Succes!

Hausaufgaben

(Af) Maken: Oefeningen 55

leren: blz. 71 + stukje blz. 72

LET OP SO woorden!

Abrunden

• Wat heb je geleerd vandaag?
• Wat vind je nog moeilijk?
• Kun je verder?
• Zijn er nog vragen?
• 
  

Lernziele

• Je:
  
• weet wat je nog moet doen voor je SO
  
• heb geoefend in het spreken voor je mondeling
  
• je hebt geoefend met de woorden en zinnen uit de woordenlijst en Redemittel

Vorschau

Was machen wir das nächste Mal??

Bespreken van de gemaakte oef.

en een SO BLZ. 71 + stukje BLZ. 72