Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
B2: Groei en ontwikkelen blz. 19
Slide 1 - Diapositive
Wat heb je voor je
Laptop op Lesson-up
Boek bladzijde 20
Pen
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk
Slide 3 - Diapositive
Opdracht 7 +8
Slide 4 - Diapositive
Leerdoelen
1.2.4 Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.
1.2.5 Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie.
1.2.6 Je kunt de levenscyclus van een zaadplant beschrijven.
Slide 5 - Diapositive
Groei = groter en zwaarder worden.
Slide 6 - Diapositive
Groei van een zaad
Zaadhuid -> zit om het zaad
Navel -> Hiermee zat het zaadje aan de moederplant.
Poortje -> Gaatje waar water door heen kan.
Kiem -> Begin van het plantje
Zaadlob -> voedsel voor het plantje
Slide 7 - Diapositive
Kennisvraag: zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Hartvormig bultje
Navel
Slide 8 - Question de remorquage
Kieming
De kieming begint als het zaad water opneemt. De zaadhuid barst open en de kiem begint te groeien.
De kiem groeit uit tot een klein plantje. De eerste blaadjes die boven de grond komen, zijn de zaadlobben (zie afbeelding 4). De zaadlobben bevatten voedsel (voedingsstoffen). Het kiemplantje gebruikt dit voedsel om te groeien (zie afbeelding 5).
Slide 9 - Diapositive
Ontwikkeling
Slide 10 - Diapositive
Zijn de voorbeelden groei of ontwikkeling zet ze in het juiste vak.
Groei
Ontwik-
keling
Het gewicht van een mensen baby neemt toe.
De lichaamslengte van een kind neemt toe
De tanden en kiezen van een baby worden gevormd
Een jonge vogel is aan het oefenen om te gaan vliegen
Honden worden blind geboren. Bij pasgeboren pups gaan de oogjes open
Slide 11 - Question de remorquage
Opdracht:
Sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek in de levenscyclus.
Er is een volwassen tomatenplant ontstaan.
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren. De zaadlobben verdwijnen.
Een tomatenpitje is een zaad.
Het worteltje groeit de grond in en de zaadlobben komen boven de grond.
Aan de tomatenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan tomaten(vruchten) met zaden.