donderdag 23 juni

Bonjour
3H
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bonjour
3H

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui

- planning bekijken
- interro leçon E
-leçon D & E/J: parler
-  leçon I (vergelijkingen)
- verbes (ir + pouvoir/vouloir/venir)




Slide 2 - Diapositive

Planning en toetsstof (SOM)

week 25 (deze week):
donderdag/dinsdag: overhoren les E (fr-nl/nl-fr),spreken les D en E/J, oefenen les I, werkwoorden: avoir, être, faire, aller, pouvoir, vouloir oefenen
vrijdag: film (+ exercice)

week 26: 
donderdag/dinsdag: oefenen en overhoren werkwoorden op -er + avoir, être, faire, aller, pouvoir, vouloir  + oefenen phrases clés
vrijdag: leren voor toets

Slide 3 - Diapositive

réviser
Herhaal de woordjes en zinnetjes van les E:
of op slim stampen (grandes lignes site), of leer uit je boek

Slide 4 - Diapositive

Interro
1. l'appareil photo
2. faire de la voile
3. nécessaire
4. en plein coeur de
5. quoi
6. duur
7. de dierentuin
8. Zijn er pretparken in Parijs?



9. Is het nodig om te reserveren/ moet je reserveren?
10. Is Park Astérix leuker voor jongeren dan Disneyland?

Slide 5 - Diapositive

Hoe kan je deze zin vragend maken?
Il y a des parcs d'attractions à Paris. (meerdere antwoorden mogelijk)
A
door te starten met 'est-ce que'
B
Door er een vraagteken achter te zetten
C
door te starten met 'qu'est-ce que'

Slide 6 - Quiz

Phrases clés D en J

Slide 7 - Diapositive

Les comparaisons (de vergelijkingen)

Slide 8 - Diapositive

Vergelijking:
meer dan
Vergelijking:
evenveel als 

Vergelijking:
minder dan
moins ... que
aussi ... que
plus (bijv. nw) que

Slide 9 - Question de remorquage

La Tour Eiffel est plus grande que la Tour Montparnasse =

Slide 10 - Question ouverte

Roosendaal est aussi grand que Bergen op Zoom=

Slide 11 - Question ouverte

Le Louvre est moins cher que 'het Rijksmuseum'=

Slide 12 - Question ouverte

Faites une phrase!
Maak een zin waarin een vergelijking maakt tussen deze 2 mannen. Denk eraan dat je het bijvoeglijk naamwoord goed toepast.
werk samen met de persoon naast je

Slide 13 - Diapositive

STROMAE
MBAPPÉ

Slide 14 - Diapositive

Schrijf een zin over één van de twee mannen.
werk samen met de persoon naast je

Slide 15 - Question ouverte

Ton parc d'attractions préféré?
Leg in het Frans uit:
- wat jouw lievelingspretpark is
-waar dat pretpark is
- waarom dat een leuk park is (maak een vergelijking met een ander park)

Slide 16 - Diapositive

Les verbes
oefenen op www.verbuga.eu:
-onregelmatige werkwoorden: être/avoir/aller/faire/voulour/pouvoir
- présent, passé composé, imparfait, futur

Slide 17 - Diapositive