Woensdag 5 oktober

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

MARKTVORMEN

Marktvorm

Een marktvorm is het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met elkaar concurreren.

Kenmerken van marktvormen

• Aantal aanbieders
• Aantal vragers 
• Aard van het product (homogene of heterogene producten)
• transparantie ( de mate waarin marktpartijen kennis hebben van alle prijzen en kwaliteiten)
• de toegankelijkheid van de markt ( kun je makkelijk of moeilijk een bedrijf beginnen op die markt)

Homogene producten

Consumenten zien de producten van de verschillende aanbieders als hetzelfde.

Heterogene producten

Als de consument vindt dat er verschil is tussen de producten van de verschillende aanbieders.

Marktvorm

4 marktvormen:

Monopolistische concurrentie

• Veel aanbieders
• Veel vragers
• Heterogeen product

Voorbeeld: 

Auto's, kleding, restaurants in een grote stad 

Volkomen concurrentie

• Veel aanbieders
• Veel vragers
• Homogeen product

Voorbeeld:

aandelen van een bedrijf,

valutamarkt

Oligopolie

• Twee of enkele aanbieders van een product.
• veel vragers
• Moeilijke toetreding tot de markt.
• Heterogeen of homogeen oligopolie.
• kans op kartelvorming ( prijsafspraak)

Monopolie

• 1 aanbieder, veel vragers
• homogeen product
• hoge toetredingsdrempels
• prijszetter
• natuurlijk of wettelijk monopolie

Soorten monopolie

Hoe kan een monopolie ontstaan?

1. Wettelijke monopolie

De overheid geeft of heeft het alleenrecht op de verkoop

2. Natuurlijk monopolie

De investeringen om een bedrijf te beginnen zijn zo hoog dat geen enkel ander bedrijf de concurrentie wil aangaan

3. Technische monopolie

Een bedrijf bezit als enige de technische kennis om een product te maken

Monopolist met te hoge prijs

• neemt de winst af
• gaat de consument op zoek naar vervangend product
• bestaat de kans dat er concurrentie komt

Welke marktvorm kent maar 1 aanbieder

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm horen Coca-Cola en Pepsi?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm wordt de prijs volledig door vraag en aanbod bepaald?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm heb je een klein aantal aanbieders?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm komen er niets snel aanbieders bij?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm hoort de Nederlandsche bank?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm hoort een product, waarbij het niet uit maakt wie het levert?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm horen smartphones?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm horen Eneco en Essent?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Bij welke marktvorm heb je enkel te maken met een heterogeen goed?

1. Oligopolie
2. Monopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie