Oefenen examen Artikel schrijven

Nederlands P4 les 3
Examenvoorbereiding schrijven
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands P4 les 3
Examenvoorbereiding schrijven

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
Geoefend met een zakelijke e-mail schrijven.
Dank voor de oefenexamens per e-mail, goed bezig!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Deze les
- Uitleg informatief artikel
- Oefenopdracht 'schrijf een informatief artikel'

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat voor soort informatie
verwacht je in een
informatief artikel te vinden?

Slide 6 - Carte mentale

Informatief artikel
 De schrijver probeert in een informatief artikel altijd deze vragen te beantwoorden:
  1. Wat is er gebeurd?
  2. Wie heeft ermee te maken?
  3. Waar is het gebeurd?
  4. Wanneer is het gebeurd?
  5. Waarom is het gebeurd?

Slide 7 - Diapositive

Structuur informatief artikel
Een informatief artikel bestaat in ieder geval  uit de volgende onderdelen
(meestal in deze  volgorde):
  1. Een titel: zegt kort waar het artikel over gaat
  2. Inleiding: korte beschrijving van het onderwerp (belangrijkste informatie uit het artikel)
  3. Middenstuk: alles wat je verder wilt vertellen in het artikel
  4. Conclusie: je vat het artikel nog even samen

Slide 8 - Diapositive

Bekijk het 
filmpje over 
een artikel schrijven

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Zo schrijf je een artikel
Daarnaast kun je:
- de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).
- een voorbeeld geven van het onderwerp.
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp.
- een vraag of vragen stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.

Slide 11 - Diapositive

In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. 


Zo schrijf je een artikel
Schrijf de belangrijkste informatie 
over het deelonderwerp in de eerste zin. 
Ga op dezelfde regel verder en geef 
in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea 
een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.

Slide 12 - Diapositive

In het slot kun je:

Zo schrijf je een artikel
- de deelonderwerpen samenvatten.

- vertellen wat er in de toekomst 
waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting). 
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld. 


Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.

Slide 13 - Diapositive

Maak eerst een schrijfplan voordat je een artikel gaat schrijven

Zo schrijf je een artikel
Verder:
- Zorg je voor een passende titel.
- Schrijf je een artikel van minimaal 100 woorden.
- Gebruik je een logische volgorde.
- Zorg je voor samenhang in de tekst.
- Zorg je voor passend taalgebruik.
- Vermeld je jouw voor- en achternaam (en klas) onder het artikel.

Slide 14 - Diapositive

Schrijfplan: hoe zat dat ook alweer?
In je schrijfplan zet je de volgende dingen:
  1.  Het onderwerp van je tekst;
  2.  Wat je over het onderwerp wilt vertellen;
  3.  Wat je met de tekst wilt bereiken, oftewel je schrijfdoel;
  4. Voor wie de tekst bedoeld is;
  5. Of er plaatjes bij moeten.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Lees hierboven het begin van een artikel dat gaat over kindersloten die je op apparatuur kunt bevestigen.

Slide 17 - Diapositive


Behoort alinea 2 tot 
de inleiding of
het middenstuk?
A
de inleiding
B
het middenstuk

Slide 18 - Quiz

Alinea 1 en 2 behoren tot de inleiding
De inleiding trekt de aandacht en leidt het onderwerp in. 
In het middenstuk worden voorbeelden van beveiliging op apparaten genoemd.

Slide 19 - Diapositive

Bekijk het schrijfplan voor een artikel 
over onderwijsvormen

Slide 20 - Diapositive


Bekijk de hoofdgedachte. 
Wat is het doel van het artikel?
A
overtuigen
B
informeren

Slide 21 - Quiz

De hoofgedachte is een feit en geen mening. 
Het doel is dus informeren.

Slide 22 - Diapositive


Het slot is geen samenvatting.
Waaraan zie je dat?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk:
(voor de volgende les, over twee weken i.v.m. Pinksteren)
Lever je informatieve artikel in per e-mail voor feedback.

Slide 27 - Diapositive