Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Rekentaal
Rekentaal
1F
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
ISK
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Rekentaal
1F
Slide 1 - Diapositive
Rekentaal
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Welke woorden hebben te maken met + ?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Welke woorden hebben te maken met - ?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Welke woorden hebben te maken met : ?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Rekentaal over hoeveel
veel - weinig - een beetje
meer - minder
alle(maal) - geen
evenveel
Slide 11 - Diapositive
Rekentaal bij welke (kiezen)
lang - langer - langst
kort - korter - kortst
groot - groter - grootst
klein - kleiner - kleinst
vol - voller - volst
leeg - leger - leegst
Slide 12 - Diapositive
Rekentaal bij plaatsbepaling
(voorzetsels)
boven - onder
hoog - laag
links - midden - rechts
onder - op
achter - voor
Slide 13 - Diapositive
A
Herfst
B
Wienter
C
Winter
D
Hervst
Slide 14 - Quiz
A
Herfst
B
Lante
C
Lente
D
Hurfst
Slide 15 - Quiz
A
Lante
B
Lente
C
Zommer
D
Somer
Slide 16 - Quiz
A
Somer
B
Summer
C
Lente
D
Zomer
Slide 17 - Quiz
Welk seizoen is het nu
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter
Slide 18 - Quiz
Seizoenen
winter: december-januari-februari
lente: maart-april-mei
zomer: juni-juli-augustus
herfst: september-oktober-november.
Slide 19 - Diapositive
Volgende keer gaan we verder!
Slide 20 - Diapositive
Noem minimaal 1 ding dat je hebt geleerd deze les.
Slide 21 - Question ouverte
Welke woorden hebben te maken met x ?
Slide 22 - Question ouverte
Bij een ijskraam worden ijsjes van 1,50 euro verkocht. Meester Valentijn koopt voor 20 kinderen een ijsje. Hoeveel euro moet hij betalen?
euro
Slide 23 - Question ouverte
Mijnheer de Visser heeft 1 miljoen euro op zijn bankrekening. Hij geeft 9000 euro weg aan zijn kinderen. Hoeveel euro staat er nog op zijn rekening?
euro
Slide 24 - Question ouverte
Joey heeft 5701 postzegels. Hij geeft er 3 aan zijn vriendje. Hoeveel heeft hij er nog over?
postzegels
Slide 25 - Question ouverte
Mijnheer de Bruin koopt 16 pakken koek. In ieder pak zitten 14 koeken. Hoeveel koeken heeft hij gekocht?
koeken
Slide 26 - Question ouverte
Kevin heeft 20 snoepjes mee naar school. Voor schooltijd heeft hij er al 2 op. Hoeveel procent heeft hij dan al op?
%
Slide 27 - Question ouverte
Op de Regenboog zitten 150 kinderen. 3/10 van die kinderen zit op zwemles. Hoeveel kinderen zijn dat?
kinderen
Slide 28 - Question ouverte
Milan maakt een fietsreis van 1421 kilometer. Per dag fietst hij 49 kilometer. Hoeveel dagen moet hij fietsen?
dagen
Slide 29 - Question ouverte
Wat gaan we doen?
Doel = oefenen van rekentaal.
Je mag een rekenmachine gebruiken
Met elkaar samen sommen maken
Na klassikale les zelfstandig sommen maken:
- procenten
- omtrek/oppervlakte
- metriek stelsel
Slide 30 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Rekenles verhaaltjessommen 1F
February 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Rekenen
ISK
Rekenles verhaaltjessommen 1F
May 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Rekenen
ISK
Rekenles verhaaltjessommen 1F (2 varianten)
February 2025
- Leçon avec
24 diapositives
Rekenen
ISK
Rekenles verhaaltjessommen 1F
December 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Rekenen
ISK
Les 3,5: verhaalsommen kommagetallen optellen
December 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Rekenen groep 8
April 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Basisschool
Rekenquiz klas 3
August 2024
- Leçon avec
23 diapositives
par
Quiz!
Rekenen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Quiz!
BMAG rekensommen 02
January 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Studielessen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4