Week 16 les 1
1 / 22
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Kies de twee goede antwoorden.
Tekstverbanden...
Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
D
...helpen je een tekst beter te begrijpen
Slide 6 - Quiz
Weet je nog?
'Zoals' is een signaalwoord voor
'Zoals' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
Slide 7 - Quiz
Weet je nog?
'Daarentegen' is een signaalwoord voor
'Daarentegen' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
Slide 8 - Quiz
Weet je nog?
'Verder' is een signaalwoord voor
'Verder' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
Slide 9 - Quiz
Weet je nog?
'Bovendien' is een signaalwoord voor
'Bovendien' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
Slide 10 - Quiz
Weet je nog?
'Echter' is een signaalwoord voor
'Echter' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
Slide 17 - Quiz
Welk tekstverband herken je?
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
