Dinsdag 14 maart meertaligheid!

Welkom 2E!
- Telefoon inleveren
- Zitten volgens de plattegrond
- Boek en pen op tafel
- Pet en muts af

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom 2E!
- Telefoon inleveren
- Zitten volgens de plattegrond
- Boek en pen op tafel
- Pet en muts af

Slide 1 - Diapositive

Welkom 1A!
- Telefoon inleveren
- Zitten volgens de plattegrond
- Boek en pen op tafel
- Pet en muts af

Slide 2 - Diapositive

Welkom 2F!
- Telefoon inleveren
- Zitten volgens de plattegrond
- Boek en pen op tafel
- Pet en muts af

Slide 3 - Diapositive

Programma van vandaag:
 
  • Start
  • Telefoons inleveren, zitten volgens de plattegrond. 
  • Midden
  • Leerdoelen bespreken;
  • Aan de slag.
  • Einde
  • Leerdoelen gehaald? Einde les. 

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
  • Na vandaag weten jullie hoeveel en welke talen er in de klas gesproken worden. 
  • Na vandaag weet je wat straattaal is en ken je een aantal betekenissen van woorden in straattaal (LessonUp quiz).


Slide 5 - Diapositive

Welke talen?
Hoeveel en welke talen worden er in deze klas eigenlijk gesproken?!


Slide 6 - Diapositive

Straattaal quiz.

Pak je telefoon en ga naar LessonUp. 
Voer de code in en doe mee!

Slide 7 - Diapositive

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 8 - Carte mentale

Straattaal:
Het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukkingen vervormen of vervangen door materiaal uit andere talen zoals bijvoorbeeld het Sranan (Surinaamse taal), Marokkaans (Arabisch en/of Berber) en/of (Amerikaans-) Engels.

Slide 9 - Diapositive

Ronde 1:
In deze ronde gaan we de betekenis van een aantal woorden uit songteksten raden.

Slide 10 - Diapositive

Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!
A
Dat feest duurde tot zo laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!

Slide 11 - Quiz

''Ik zie die ibahesj weer, dus ik laat die gannoe beter thuis, want dalijk checken ze weer.''- Josylvio
A
''Ik zie die ibahesj weer, dus ik laat die gannoe beter thuis, want dalijk checken ze weer.''- Josylvio
B
Ik zie de politie weer, dus ik laat mijn wapens thuis, dalijk controleren ze me weer.
C
Ik zie die eikel weer, dus ik laat mijn vriendin beter thuis, want anders bekijken ze haar weer

Slide 12 - Quiz

Kill, geef me affoe van je chiba.
A
Gozer, geef me het laatste trekje van je joint.
B
Broer, geef me een stukje van je eten.
C
Neef, geef me een trekje van je sigaret.

Slide 13 - Quiz

''Zie ik wil peng tings 'pon road, nu heb ik peng tings on hold'' - Ronnie Flex
A
Ik wil knappe vrouwen onderweg, nu zet ik knappe vrouwen in de wacht.
B
Ik wil een geweer mee op reis, nu heb ik een geweer bij me.
C
Ik wil lekker eten onderweg, het lekkere eten wacht op me.

Slide 14 - Quiz

No span, er zit nog gas in die whip.
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand

Slide 15 - Quiz

''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw

Slide 16 - Quiz

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 17 - Quiz

Uit welke taal is het woord 'Doekoe' afgeleid?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks

Slide 18 - Quiz

Hoe komt het dat veel jongeren straattaal overnemen?
A
Het wordt gebruikt in songteksten
B
Jongeren zijn gevoelig voor populariteit en nemen dit van elkaar over.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.

Slide 19 - Quiz

Ronde 2: 


Bij deze ronde is het de bedoeling om de juiste betekenis te geven.

Slide 20 - Diapositive

Wat betekent het woord: 'loesoe?'

Slide 21 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'brakka?'

Slide 22 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'jakka?'

Slide 23 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'lit?'

Slide 24 - Question ouverte

Wat betekent: 'mijn krantenwijk?'

Slide 25 - Question ouverte

Wat betekent het woord: 'huts'?

Slide 26 - Question ouverte

'je moeder' is in straattaal een belediging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Wat betekent: wolla
A
ik zweer
B
ik zweer jou
C
denk het niet
D
gast

Slide 28 - Quiz

Leerdoelen gehaald?
  • Na vandaag weet ik hoeveel en welke talen er in de klas gesproken worden. 
  • Na vandaag weet ik wat straattaal is en ken ik een aantal betekenissen van woorden in straattaal (LessonUp quiz).


Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive