Werkles

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Boek + schrift op tafel 

Werkles

Lesopzet 

- Instructie: wat gaan we deze les doen?

Alle opdrachten af krijgen van H3.1 H3.2 en H3.3

- Zelfstandig werken: 25 minuten 

- Afsluiten --> quiz (als de les positief verloopt) (10 minuten)

Aan de slag: (09:35 quiz)

1 --> Je werkt zelfstandig in stilte aan de eerste 3 paragrafen van H3. 

2---> Snap je een opdracht niet? lees de blauwe tekst. Snap je het nog steeds niet, zet een vraagteken en werk verder.

3 --> Klaar? Kom bij mijn bureau langs om na te kijken 

Leerdoel: H3.1 

Vacature

Sollicitatie

Arbeidsmarkt

Je laat een bedrijf weten dat je een bepaalde baan graag wilt.

Alle mensen die werken of werk zoeken.

Een baan waarvoor iemand wordt gezocht.

Alle banen die er zijn bij bedrijven.

Geschoold werk

Ongeschoold werk

Leraar biologie

Krantenbezorger

oogarts

burgermeester

vuilnisman

vakkenvuller

Een baan waar een bedrijf iemand voor zoekt.

1. Sollicitatie
2. Vacature
3. Vakbond
4. Arbeidsovereenkomst

voltijdbaan

deeltijdbaan

fulltime

parttime

5 dagen per week

korter dan 5 dagen 

36 tot 40 uur per week

minder dan 36 uur p/w

'Solliciteren'

1. De beëindiging van een baan
2. Solderen op je werk
3. Een werknemer laten weten dat je een bepaalde baan wilt.
4. Een werkgever laten weten dat je een bepaalde baan wilt.

deeltijd baan

voltijd baan

werkgever

werknemer

vaste baan

Baan met een einddatum.  

Iemand die betaald werk doet voor een baas.

Je baas.

tijdelijke baan

Baan voor onbepaalde tijd.

Minder dan 36 uur per week werken.

36 uur tot 40 uur per week werken.

Als je 24 uur per week wilt werken. Wat voor baan zoek je dan?

1. Deeltijdbaan
2. Voltijdbaan
3. Flexibele baan
4. Vrijwilligerswerk

Wanneer eindigt een tijdelijk contract?

1. Dit mag de werkgever bepalen.
2. Zodra er geen werk meer is.
3. Zodra de einddatum van het contract afgelopen is

Dit werk doe je als oproepkracht of uitzendkracht.

1. Parttime baan
2. Vaste baan
3. Fulltime baan
4. Flexibele baan

Wat is een werknemer?

1. Iemand die een eigen bedrijf heeft.
2. Iemand die geen vaste baan heeft.
3. Iemand die personeel in dienst heeft.
4. Iemand die in dienst van een baas werkt.

Opdracht 13) Lees de onderstaande zinnen en geef aan of ze juist of onjuist zijn.

Juist 

Onjuist 

1) Een zelfstandige (zzp'er) is hetzelfde als een werkgever

2) Als zelfstandige (zzp'er) heb je zekerheid over je werk en inkomen

Wet voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

Wet voor de hoeveelheid geld die iemand minstens moet verdienen.

Wet over werk- en rusttijden.

(Leerdoel: je kent de wetten die jou als werknemer beschermen)

Wettelijk minimumloon

Arbeidstijdenwet

Arbowet

Arbeidstijdenwet

Arbeidsverdeling

Leidinggevende functie

ARBO-wet

Werknemer

Vakkenvuller bij Jumbo

Dragen van veiligheids-schoenen

Directeur op een school

Na drie uur werken , half uur rust

Het werk in een bedrijf is verdeeld in verschillende banen met elk een eigen taak 

Eileen heeft een brutoloon van € 2.100.
Daarop wordt € 280 aan loonbelasting ingehouden en € 165 aan sociale premies.
Wat is het nettoloon?
(Leerdoel: rekenen van bruto naar netto)

1. € 1.985
2. € 2.100
3. € 1.655
4. € 2.545

Welk begrip wordt hier beschreven?
"Een afgesproken periode waarin je een arbeidsovereenkomst kunt opzeggen zonder dat daar een ontslagvergunning voor nodig is."
(leerdoel: H3.2)

1. Proeftijd
2. Arbeidsovereenkomst
3. Cao
4. Opzegtermijn