Gedrag en zelfbeeld. Jij als Dienstverlener blz 37 tm 43

Zelfbeeld 

Als je goed wilt zijn in je werk is het belangrijk dat je jezelf goed kent. Als jij weet hoe je met situaties omgaat dan kun je van jezelf op aan. Of je weet wat je nog niet goed kunt en kan daar dan op tijd hulp bij vragen. 

Op de volgende slides staan vragen die gaan over blz 37 tm 43 en over jouwzelf.  Zo verwerk je zelfstandig de theorie. 

Op blz 37 in de 3e alinea staat waar jij verantwoordelijk voor bent. Waar ben jij verantwoordelijk voor?

Wat is gedrag?

Bij de tekst over gedrag hebben ze het over aangeboren. Wat betekent het en wat is bij jou aangeboren?

Wat is aangeleerd gedrag?
Welk gedrag heb jij aangeleerd? Noem er drie.

Wat heeft eigen invloed met gedrag te maken? Noem een voorbeeld van jezelf.

Wat is een norm?
Noem één van jouw normen.

Wat is een waarde en noem er één van jezelf.

Waarden en normen worden soms overschreden. Wanneer grijp je in?

Waarden en normen worden soms overschreden maar grijp je niet is. Wat kan daar de reden van zijn?

Iedereen heeft een beeld over zichzelf. Hoe helpt dat jou in je werk?

Wat kun je met je goede eigenschappen als je je daarvan bewust bent?

Wat kun je met je goede eigenschappen als je je daar niet van bewust bent?

Als je je niet bewust bent van een 'slechte eigenschap' van jezelf. Wat zou er dan in je werk kunnen gebeuren?

Waarom is het belangrijk te weten wat jij belangrijk vindt? Het gaat dan over Normen en waarden

Waarom verandert je zelfbeeld? Wat is er veranderd bij jou in je zelfbeeld van toen je 10 was en hoe je nu bent?

Als je werkt aan jezelf dan gaat het beeld over jezelf ook veranderen. Wat hoop je dat er aan het eind van dit schooljaar veranderd is?