4. Stuifmeelbuis komt bij de eicel in het vruchtbeginsel.
De bloem is bevrucht
Slide 8 - Diapositive
- In het vruchtbeginsel bevinden zich 1 of meerdere zaadbeginsels.
- In een zaadbeginsel ontstaat één eicel (vrouwelijke geslachtcel). In iedere eicel zit een kern.
Slide 9 - Diapositive
Vragen
Hoeveel stuifmeelkorrels zie je?
Hoeveel stuifmeelbuizen tel je?
Hoeveel zaadbeginsels zitten er in het vruchtbeginsel?
Heeft hier bevruchting plaats gevonden?
Slide 10 - Diapositive
Van bloem ...
...tot vrucht en zaad
De bloem bloeit en is op z'n mooist. Insekten worden gelokt door de geur en de kleur. Als ze de bloem bezoeken om nectar te zoeken brengen ze stuifmeelkorrels over van de meeldraden naar de stempel van de stamper
1
De bestuiving en bevruchting zijn achter de rug en de eicellen zijn bevrucht.
De kroonbladeren en meeldraden hebben geen functie meer.
Ze verwelken en vallen af
2
De zaadbeginselen ontwikkelen zich tot zaden (de pitten) waaruit een nieuwe plant kan groeien. Het vruchtbeginsel groeit en vormt vruchtvlees dat gegeten wordt door dieren. Als de dieren de zaden opeten worden die later weer uitgepoept.
3
Slide 11 - Diapositive
In de bloem:
Zaadbeginsels worden zaden
Na de bevruchting gaan de zaadbeginsels en het vruchtbeginsel groeien. De zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden met in elk zaad een bevruchte eicel.
Als een eicel in een zaadbeginsel niet bevrucht is, verschrompelt dat zaadbeginsel.
De zaden van peulvruchten noem je bonen.
1. Verschrompeld zaadbeginsel: Dit zaadbeginsel is niet bevrucht.
2. Een minder goed ontwikkelt zaad (het kleinere boontje)
1
Restant bloemkelk met bloemsteel
2
Restant van de stijl
3
Slide 12 - Diapositive
In welk onderdeel van een bloem vindt bevruchting plaats?
A
Helmknop
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel
Slide 13 - Quiz
Wat ontwikkelt zich na de bevruchting uit het vruchtbeginsel?
de bloem van een appelboom is bevrucht
A
de appel
B
een pitje in de appel
C
het vruchtvlees van de appel
D
Het vruchtvlees en het klokhuis met de pitjes
Slide 14 - Quiz
Deze sinaasappel bevat vier zaden en is na bevruchting uit een sinaasappelbloem gegroeid.
1.Hoe vaak heeft in deze bloem minstens bevruchting plaatsgevonden? 2. Hoeveel vruchtbeginsels zijn er betrokken geweest bij de vorming van deze vrucht?
A
1) 1 x
2) 1 vruchtbeginsel
B
1) 1 x
2) 4 vruchtbeginsels
C
1. 4 x
2) 4 vruchtbeginsels
D
1) 4 x
2) 1 vruchtbeginsel
Slide 15 - Quiz
Zaden: verspreiding door wind
Slide 16 - Diapositive
Zaden: Verspreiding door dieren
Slide 17 - Diapositive
Zaden: verspreiding door plant
Slide 18 - Diapositive
De verspreiding van zaden is belangrijk omdat
A
er dan meer kans is dat zaden kiemen
B
er dan meer dieren de zaden kunnen vinden
Slide 19 - Quiz
Verspreiding zaden
A
wind
B
dieren
C
bloem zelf
Slide 20 - Quiz
zaden viooltje verspreid door
A
wind
B
dieren
C
plant zelf
Slide 21 - Quiz
je ziet
A
bestuiving
B
verspreiding zaden
Slide 22 - Quiz
opdracht
Lees blz 126
Maak een tekening die het verschil laat zien tussen eenjarige en tweejarige bloemen