Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hallo ik ben 

Was werden wir heute machen?

Bijvoeglijk naamwoord wiederholen

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord besprechen 

Aufgabe 37 zusammen machen 

Hausaufgaben 

Welk stappenplan gebruik je voor het bijvoeglijk naamwoord?

Welke woorden laten (bij stap 1) zien dat je de Der-Gruppe moet gebruiken?

Welke woorden laten (bij stap 1) zien dat je de Ein-Gruppe moet gebruiken?

Waaraan kun je in een zin zien dat je een bijvoeglijk naamwoord moet gebruiken?

1. Uitroepteken in de zin
2. Woord erna begint met een hoofdletter
3. Woord erna begint met een kleine letter
4. Je moet het gewoon weten

Welk schema gebruik je om de naamval te bepalen?

Het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord in de 1e en 4e nmv

Grammatik E

Seite 105 im Textbuch 

Benutze die gelbe Karte

Wat doet een bezittelijk voornaamwoord?

Het bezittelijk voornaamwoord

- geeft een bezit aan

- je gebruikt hierbij de ein-gruppe

- mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr

- Achter het bezitswoord komt nog een uitgang

- Je herkent een bezittelijk voornaamwoord omdat er een hoofdletter achter komt 

Het bezittelijk voornaamwoord - stappenplan naamval

Stap 1. Staat er een voorzetsel in de zin? Die naamval gebruiken. 

Stap 2. Geen voorzetsel? Dan hij/hem-proef:

hij --> 1e naamval --> onderwerp

hem --> 4e naamval --> lijdend voorwerp

Het persoonlijk voornaamwoord in de 1e en 4e naamval (3e valt weg!!)

We kijken alleen naar de 1e en 4e naamval

Het pers. vnw. is een eigen zinsdeel

Opdr. 37: Durch (haar) ..... fand ich mein Glück wieder.
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Ich habe (u) ..... gestern in der Stadt gesehen.
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: (jouw) .... Onkel (der) wohnt in Deutschland.
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: (ons) ..... Nachbar (der) ist ins Ausland gegangen.
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Nicht alles dreht sich um (jou) ..... !
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Sie kennen (hen) ..... also nicht.
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Ich weiß nicht, wo (haar) ..... Buch (das) liegt.
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Ist das für (uw) ..... Frau (die), Herr Schwan?
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Sie hat für (mij) ..... einen Ring gekauft.
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Geht (jullie) ..... mit ins Schwimmbad
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Ich spiele morgen gegen (hem) ..... ?
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Er teilt (mijn) ...... Gefühle (mv) nicht.
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Opdr. 37: Kommen (jullie) ...... Freunde (mv) heute Abend zu dir?
PV of BV? / vz of hij-hem? / 1e of 4e nmv? + (..) vertalen

Hausaufgaben

Für Freitag den 29. Januar: 12.00 Uhr!

- Aufgaben 36, 37 und 39 online auf Malmberg

Als je nog niet af hebt ook voor vrijdag 12 uur:

Opdrachten 5 t/m 7 & 16 t/m 20 & 36, 37, 39, 50 via Malmberg

Niet af om 12.00 uur? Onvoldoende in je lijst voor deelname!

fast