Listening #fake news

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

WELCOME!
How did you feel about the snow and ice?

Slide 2 - Diapositive

How did you feel about the snow and ice?

Slide 3 - Carte mentale

Today's lesson
Listening

Remember last lesson?

Slide 4 - Diapositive

Today's goals
Je kunt uitleggen wat selectief luisteren is, en we gaan het toepassen.
Je kan uitleggen wat 'fake' news is.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

How do you get your news?


How often do you read, look or listen to the news?

Slide 7 - Diapositive

How do you mostly get your news?
TV
Newspaper
Radio
Magazines
Internet
People around you

Slide 8 - Sondage

If you get your news from Internet, which form do you use most;
Websites
Blogs
Chatrooms
Other

Slide 9 - Sondage

If you get your news from people, from who do you learn most:
Friends
Family members
Colleagues
Teachers
Others

Slide 10 - Sondage

Do you often check the news or not at all? Please write some more details about it:
Wat houdt jou bezig op dit moment?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Selectief luisteren

  • Tekst soort benoemen,
  • Het onderwerp benoemen.
  • Selectief luisteren naar informatie die gezegd gaat worden in de tekst.

Slide 13 - Diapositive

7

Slide 14 - Vidéo

01:17
What does 'fake' mean?
A
Een leugen.
B
Iets wat niet echt is of niet gemeend, maar er wel echt uitziet.
C
Iets wat niet echt is, niet gemeend is en ook niet echt uitziet.
D
Een grap, maar het is helemaal niet grappig.

Slide 15 - Quiz

01:51
Wat zou de vertaling van 'counterfeit' in het Nederlands zijn?

Slide 16 - Question ouverte

02:45
True
False
'Fake' heeft betrekking op spullen.
'Fake' heeft betrekking op het gedrag van een persoon.
'Fake' is altijd makkelijk te herkennen.

Slide 17 - Question de remorquage

04:03
Did you ever buy anything fake?

Slide 18 - Carte mentale

05:47
Why did people write 'fake news' stories?
A
Just for fun.
B
Because they don't like the president.
C
To make money through advertising.
D
Because they like to write fairytales.

Slide 19 - Quiz

06:52
Hoe komt het dat er nu veel meer over 'fake' news wordt gesproken?
A
Door de verspreiding van Social Media.
B
Mensen lezen meer kranten.
C
Iedereen er nu meer naar geintresseerd is.
D
Mensen durven er nu over te praten.

Slide 20 - Quiz

08:19
Zelfstandignaamwoord
Werkwoord
Bijvoeglijk naamwoord, zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Verb -
to fake a smile
Adjective-
Be careful of fake concert tickets.
Noun -
The diamond ring is a fake.

Slide 21 - Question de remorquage

Fake=  not real
Verb; To fake a smile.
Noun; The painting is fake.
Adjective; Sam did not write a fake review.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

What did you think about today's lesson?

Slide 24 - Carte mentale

Slide 25 - Diapositive

0

Slide 26 - Vidéo

1

Slide 27 - Vidéo

00:24
aodj
A
q
B
a
C
w
D
e

Slide 28 - Quiz


Slide 29 - Question ouverte