Les 1: Spelling 3.8

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Nederlands

Spelling 3.8

Week 9, les 1

Programma

• Lezen (10 min)
• Woorden
• 3.8 Spelling
• Boekpromotie
• Evaluatie/vragen

1. 

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

2.

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

29) verduren	30) beklemmen
De schaatster moest tijdens de 10 km veel pijn verduren.	Ze kreeg een beklemmend gevoel toen zij alleen in die steeg liep.

Woorden voor vandaag

1. 

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

2.

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

29) verduren	30) beklemmen
verdragen	beangstigen
De schaatster moest tijdens de 10 km veel pijn verduren.	Ze kreeg een beklemmend gevoel toen zij alleen in die steeg liep.

Woorden voor vandaag

Doelstelling

Na deze les:

• weet je hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden schrijft

Hij ligt in de hangmat. Gisteren (liggen) ... hij in de hangmat.

1. ligte
2. lag

Liggen is een ... werkwoord.

1. sterk
2. zwak

'fietsen' is een zwak werkwoord. "Gisteren (fietsen) ... hij hard door de regen.

1. fietsde
2. fietste

"Een uur geleden (bonzen)... hij keihard op mijn raam." Hoe schrijf je bonzen in de verleden tijd?

'T SeXy FoKSCHaaP

Raden

• Hoe schrijf je de verleden tijd van raden?
• Stap 1: Stam (infinitief -en weghalen)
• Rad
• Stap 2: Staat d in het sexy fokschaap?
• Ja? Ik-vorm + te
• Nee? Ik-vorm + de
• Stap 3: Ik-vorm is raad => Ik raadde het antwoord.

Bonzen

• Een uur geleden (bonzen)... hij keihard op mijn raam.
• Stap 1: Stam (infinitief -en weghalen)
• Stap 2: Staat de laatste letter van de stam in het sexy fokschaap?
• Ja? Ik-vorm + te
• Nee? Ik-vorm + de
• Stap 3: Ik-vorm van bonzen is...

Buur

• Leg uit aan je buur hoe je aan je antwoord bent gekomen.
• Vergelijk elkaars antwoord en werkwijze.
• Daarna wijs ik willekeurig iemand in de klas aan.

DOEL: Verleden tijd van zwakke werkwoorden schrijven.

HOE: In Talent Online op je Ipad

HULP: Lesstof

WAT:

Maak opdracht  1 t/m 5 (sla opdracht 2 over) paragraaf 3.8

Vraag

• Als je een sterk werkwoord in de verleden tijd zet, dan ...
• Als je een zwak werkwoord in de verleden tijd zet, dan ...
• Wat zet je achter het zwakke werkwoord? (2 opties)

Boekpromotie(s)

Huiswerk volgende les

Op je Ipad in Talent online:

• 3.8 Spelling Opdracht 1 t/m 5 (sla opdracht 2 over)