Maandag 10 januari

Wat wil je over je vakantie vertellen (gebruik je eigen naam)
1 / 47
suivant
Slide 1: Question ouverte
RekenenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Wat wil je over je vakantie vertellen (gebruik je eigen naam)

Slide 1 - Question ouverte

Spelling
Doel:
Herhalen woorden vorige lessen

Slide 2 - Diapositive

Typ het woord dat je hoort

Slide 3 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 4 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 5 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 6 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 7 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 8 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 9 - Question ouverte

Typ het woord dat je hoort

Slide 10 - Question ouverte

Doel
Ik kan woorden met 
ge, be, ver goed schrijven

Slide 11 - Diapositive

Typ het woord dat je hoort

Slide 12 - Question ouverte

Taal
Herhalen woordenschat

Slide 13 - Diapositive

Op zijn hoede zijn
A
Op schapen passen
B
Goed opletten
C
Bang zijn

Slide 14 - Quiz

Onervaren
A
Dat je iets goed kan
B
Naar de overkant varen
C
Dat je het nog niet zo vaak hebt gedaan

Slide 15 - Quiz

Rechercheur
A
Iemand die boeven opspoort
B
De baas van de politie
C
Iemand die boeven verdedigd

Slide 16 - Quiz

De omvang
A
Een cirkel
B
De grootte van iets
C
Hoeveel ergens in past

Slide 17 - Quiz

Overeenkomstig
A
Dingen lijken op elkaar
B
Waar je vandaan komt
C
Verschillen

Slide 18 - Quiz

Haarfijn
A
Ongeveer
B
Een speciale kam
C
Heel precies

Slide 19 - Quiz

De smaragd
A
Een groene edelsteen
B
Een rode edelsteen
C
Een paarse edelsteen

Slide 20 - Quiz

Rekenen 
Doel:
Ik kan getallen tot 10.000 goed uitspreken 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Uitleg som 1

Slide 23 - Diapositive

Waarde van een getal 4.598
4 is een duizendtal
5 is een honderdtal
9 is een tiental
8 is een eental

Slide 24 - Diapositive

785 + 890
Met getallenlijn
785 sprong van 800 ->1585
1585 sprong van 15 -> 1600
Dan nog een sprong van 75 -> 1675

Slide 25 - Diapositive

 890 -785 =
Met getallenlijn
Op het digibord

Slide 26 - Diapositive

Meander
Herhalen vorige les

Slide 27 - Diapositive

Planeten
De aarde is een planeet en samen met 7 andere planeten draaien ze om de zon

Slide 28 - Diapositive

Zonnestelsel
De zon, de planeten en alle manen zijn samen het zonnestelsel

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

De maan
De maan geeft zelf geen licht, maar het zonlicht weerkaatst er in

Slide 31 - Diapositive

De aarde draait in een jaar om de zon
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

De aarde is een planeet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Er zijn 7 planeten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

De maan geeft licht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Wat hoort er bij het zonnestelsel (meer antwoorden mogelijk)
A
Aarde
B
Maan
C
Venus
D
Zon

Slide 36 - Quiz

Doel van deze les
Ik weet waarom er in Nederland verschillende seizoenen zijn

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Seizoenen
De aarde staat scheef. 
De zon kan schijnt in de winter op het noordelijk halfrond niet zoveel, op het zuidelijk halfrond juist wel.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Waar staat de zon
  • Herfst en lente bij boven de evenaar
  • Zomer boven de kreeftskeerkring
  • Winter boven de Steenbokskring 

Slide 42 - Diapositive

Voorbeeld
Zaklamp en ruitjespapier

Slide 43 - Diapositive

Welk halfrond staat in december richting de zon?
A
Noord
B
Zuid

Slide 44 - Quiz

De zon staat in december boven de
A
Evenaar
B
Steenbokskeerkring
C
Kreeftskeerkring

Slide 45 - Quiz

In december maakt de zon bij ons
A
Lange schaduw
B
Een korte schaduw

Slide 46 - Quiz

In december gaat de zon niet onder op de
A
Noordpool
B
Zuidpool

Slide 47 - Quiz