Brugklas les 5 + 6 - P2
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
De uitgang bij il/elle is:
A
es
B
e
Slide 4 - Quiz
De uitgang bij vous is:
A
ez
B
ons
Slide 5 - Quiz
De uitgang bij tu is:
A
e
B
es
Slide 6 - Quiz
Vertaal:
Hij praat. (parler) (hfletter en punt)
Hij praat. (parler) (hfletter en punt)
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal: Zij kijken.
(vrl, regarder) (hfletter en punt)
(vrl, regarder) (hfletter en punt)
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal: U geeft.
(donner) (hfletter en punt)
(donner) (hfletter en punt)
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Wat heb je geleerd?
