M4 Hoofdstuk 1 en 6 Kracht en Werktuigen SWC les

Kracht en werktuigen
Lesplanning:
- SWC Lessonup
- Werktijd 
- Exit
Oefening
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Kracht en werktuigen
Lesplanning:
- SWC Lessonup
- Werktijd 
- Exit
Oefening

Slide 1 - Diapositive

Als je iets laat vallen, valt het naar beneden.
Als je iets
met je spieren
doet.
Als je een touw strak trekt, trekt het touw terug.
De tafel duwt terug op het voorwerp dat er op staat
Als 2 magneten elkaar aantrekken.
Als je een elastiekje uitrekt en het terug vormt
Zwaartekracht
Spier kracht
Span kracht
Veer kracht
Magnetische kracht
Normaalkracht

Slide 2 - Question de remorquage

PLASTISCH
ELASTISCH
Een stuiterbal stuitert op de grond, de stuiterbal vervormt ...
Je trapt een leeg blikje drinken plat, het blikje vervormt ....
Een auto botst tegen een boom, de auto vervormt ...
Je maakt een beeld van klei, het klei vervormt ...
Je schiet een elastiekje weg, het elastiekje vervormt ...
Een drinkglas valt op de grond kapot, het glas vervormt ...

Slide 3 - Question de remorquage

Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting

Slide 4 - Question de remorquage

12 N
12,5N
13,5 N
15 N
14 N
Schaal: 1 cm = 5 N.
Lengte vector = 2,5 cm
Schaal: 1 cm = 7,5 N.
Lengte vector = 2 cm
Schaal: 1 cm = 10 N.
Lengte vector = 1,2 cm
Schaal: 1 cm = 3 N.
Lengte vector = 4,5 cm
Schaal: 1 cm = 2 N.
Lengte vector = 7 cm

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is hier de nettokracht?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is er aan de hand als de nettokracht 0N is?

Slide 7 - Question ouverte

Op welke plaats grijpt de zwaartekracht aan?
A
Precies in het midden
B
Onderaan het voorwerp
C
Waar de krachten elkaar raken
D
In het massamiddelpunt

Slide 8 - Quiz

Rekenen met de formule: Fz = m x g
Bereken de zwaartekracht van iemand van 65 kilo op aarde.
Gegevens:
Formule:
Berekening
Gevraagd:
Check:
Fz = 65 x 10
Fz = m x g 
g = 10
Fz = 650 N
m = 65 kg
Fz in Newton
g = 2,6
Fz = 65 kg

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is de zwaartekracht van iemand van 61 kg op de maan?

Slide 10 - Question ouverte

De kat hiernaast heeft een massa van 6 kg. Hoe groot is de zwaartekracht?

Slide 11 - Question ouverte

Welke kracht zorgt er voor dat voorwerpen niet door het oppervlak zakken?
A
Zwaartekracht
B
Nettokracht
C
Tegenwerkende kracht
D
Normaalkracht

Slide 12 - Quiz

De massa van het meisje is 51 kg, wat is de normaalkracht?

Slide 13 - Question ouverte

Wat heeft een hefboom?

Slide 14 - Question de remorquage

Bereken of deze hefboom in evenwicht is.

Slide 15 - Question ouverte


Mik hijst een kast met een massa van 48 kg met een katrol 3 meter omhoog. Hoe groot is zijn spierkracht en hoeveel meter touw heeft hij nodig?

Slide 16 - Question ouverte

Stel het gewicht aan het katrol is 1200 N. Hoeveel werkt er?
400 N
200 N
300 N

Slide 17 - Question de remorquage

Bereken de druk op het oppervlak als er 45 kg op 0,5 m2 werkt.

Slide 18 - Question ouverte

Massa
Gewicht
Is het massa of gewicht?
260 N
5 gram
m
Fz
9 kilogram
5,7 kg

Slide 19 - Question de remorquage