5.2 Warmte 2B Warmte

WARMTE 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
naskNatuurkunde+1Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WARMTE 

Slide 1 - Diapositive

2 Basis
Hoofdstuk 5 Warmte 

  1. Energie
  2. Warmte
  3. Verbranden
  4. Energiebronnen
  5. Verwarmen

Slide 2 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte
LEERDOELEN VORIGE PARAGRAAF 5.1

  • Je weet waarvoor je energie nodig hebt.
  • Je kunt verschillende soorten energie noemen.
  • Je kunt uitleggen waaruit je elektrische energie kunt halen.
  • Je weet welke energie voorwerpen die bewegen hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe je chemische energie uit brandstoffen haalt.
  • Je kunt voorbeelden geven van energie-omzettingen.
  • Je kunt vertellen uit welke stof kernenergie gemaakt wordt.
  • Je kunt uitleggen waarom sommige mensen tegen kernenergie zijn.

Slide 3 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte 
LEERDOELEN

  • Je kunt voorbeelden geven van warmtebronnen.
  • Je kunt vertellen waarvoor je een elektrische warmtebron gebruikt.
  • Je kunt uitleggen hoe een elektrische warmtebron werkt.
  • Je kunt vertellen in welke warmtebronnen chemische energie zit.

Slide 4 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte
Begrippen en leerdoelen
  • Warmtebron
  • Elektrische warmtebron
  • Verwarmingselement
  • speciaal soort metaal

Slide 5 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte
Warmtebronnen
Om iets warm te maken, gebruik je een warmte-bron. Een warmte-bron geeft warmte. De zon is een heel grote warmte-bron. Ook de gasbrander op school is een warmte-bron. Warmte is een vorm van energie. Om warmte te maken, heb je eerst een andere vorm van energie nodig. Bijvoorbeeld elektrische energie of chemische energie uit brandstof.

Slide 6 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte
Elektrische warmte-bron
Sommige warmte-bronnen werken op elektrische energie uit het stopcontact. Een elektrische warmte-bron zet elektrische energie om in warmte. Dit apparaat heeft altijd een stekker. Bijvoorbeeld:
• het strijkijzer
• de broodrooster
• de waterkoker
• het koffie-apparaat
• de föhn
• de soldeerbout

Slide 7 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte  
Verwarmingselement
Je gebruikt een elektrische warmtebron om warmte te krijgen. In een elektrische warmtebron zit altijd een verwarmingselement. Het verwarmingselement is een draad die warm wordt als er stroom door loopt. De draad is gemaakt van een speciaal soort metaal. De draad is roodgloeiend, omdat hij heel erg warm is.

Slide 8 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte  
Brandstof
Sommige warmtebronnen werken op chemische energie. Chemische energie komt uit een brandstof, bijvoorbeeld hout of gas. Je verbrandt de brandstof en daardoor krijg je warmte. Denk maar aan een kampvuur, waarop je hout verbrandt. Andere voorbeelden met hout zijn een lucifer, een houtkachel en de open haard.

Slide 9 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte
Warmtebronnen die werken op gas
Thuis werken veel warmtebronnen op gas. Bijvoorbeeld:
• de ketel van de centrale verwarming
• het gasfornuis
• de keukengeiser
• de gasboiler
• een aansteker

Slide 10 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte
Onthouden!
Een warmtebron geeft warmte.
Een elektrische warmtebron zet elektrische energie om in warmte.
In een elektrische warmtebron zit een verwarmingselement.
Sommige warmtebronnen werken op chemische energie.
Chemische energie zit in brandstof, bijvoorbeeld hout, gas en benzine.

Slide 11 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte
LEERDOELEN

  • Je kunt voorbeelden geven van warmtebronnen.
  • Je kunt vertellen waarvoor je een elektrische warmtebron gebruikt.
  • Je kunt uitleggen hoe een elektrische warmtebron werkt.
  • Je kunt vertellen in welke warmtebronnen chemische energie zit.

Slide 12 - Diapositive

2B - 5.2 Warmte 
Huiswerk

  • Maken vragen 1 tm 15 online, 
  • Lezen paragraaf 5.3 - Verbranden

Slide 13 - Diapositive