Lezen H5 - tekstdoelen

Vandaag...

- Herhalen lezen H4
- Lezen hoofdstuk 5

Tekstdoelen
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Vandaag...

- Herhalen lezen H4
- Lezen hoofdstuk 5

Tekstdoelen

Slide 1 - Diapositive

Welk tekstverband zie je in deze zinnen:
Bospop is een festival dat in Limburg wordt georganiseerd. Ook Solar en Pinkpop zijn grote festivals in Limburg.
A
Chronologisch verband
B
Tegenstellend verband
C
Opsommend verband
D
Toelichtend verband

Slide 2 - Quiz

Aan welke signaalwoorden zie je dat dit een opsommend verband is?
Bospop is een festival dat in Limburg wordt georganiseerd. Ook Solar en Pinkpop zijn grote festivals in Limburg.

Slide 3 - Question ouverte

Welk tekstverband zie je?
Ik vind rockmuziek te gek, maar van techno moet ik niet zo veel hebben.
A
Tegenstellend verband
B
Chronologisch verband
C
Toelichtend verband
D
Opsommend verband

Slide 4 - Quiz

Aan welk signaalwoord zie je dat het een tegenstellend verband is?
Ik vind rockmuziek te gek, maar van techno moet ik niet zo veel hebben.

Slide 5 - Question ouverte

Welk tekstverband zie je hier?
Pinkpop wordt al sinds 1970 georganiseerd en is daarmee het langstlopende popfestival.
A
Chronologisch verband
B
Tegenstellend verband
C
Opsommend verband
D
Toelichtend verband

Slide 6 - Quiz

Aan welk signaalwoord zie je dat dit een chronologisch verband is?
Pinkpop wordt al sinds 1970 georganiseerd en is daarmee het langstlopende popfestival.

Slide 7 - Question ouverte

Welk tekstverband zie je hier?
Veel festivals, zoals Lowlands, zijn populair.
A
Chronologisch verband
B
Opsommend verband
C
Toelichtend verband
D
Tegenstellend verband

Slide 8 - Quiz

Aan welk signaalwoord zie je dat dit een toelichtend verband is?
Veel festivals, zoals Lowlands, zijn populair.

Slide 9 - Question ouverte

Leerdoel

- Ik kan het doel van een tekst herkennen

Slide 10 - Diapositive

Wat heb je de afgelopen dagen gelezen?
Denk verder dan een boek of krant.

Slide 11 - Carte mentale

Waarom heb je dat gelezen?
Wat was jouw doel om het te lezen?

Slide 12 - Carte mentale

Waarom tekstdoel?

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.


De tekst die geschreven wordt, heeft een doel.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Tekstdoel
De schrijver wil..
Voorbeeld tekstsoort
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
dat je iets te weten komt
dat je weet hoe je iets moet doen
je overhalen om iets te doen
dat je zijn mening overneemt
je vermaken
krantenbericht, verslag sportwedstrijd
recept, gebruiksaanwijzing
reclametekst, uitnodiging
bespreking van een film
verhaal, leesboek, strip

Slide 15 - Diapositive

Tekstdoelen en tekstsoorten
Even checken.....

Slide 16 - Diapositive

tekstdoel?

Slide 17 - Diapositive

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Wat is het doel van deze tekst?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 30 - Quiz

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

En nu...?

Maak een start aan opdr. 1 van lezen H5.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive