Leestekens

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Welkom

Lesdoelen 

Je weet wat de leestekens zijn.

Je kunt de leestekens juist gebruiken. 

Leestekens

Leestekengebruik is belangrijk! Het zorgt ervoor dat je tekst soepel leest.

Punt

- Een punt zet je aan het eind van een zin.

- Gebruik je bij afkortingen.

- Niet alle afkortingen schrijf je met punten. Afkortingen die letter voor letter worden uitgesproken, zoals vwo, cv, wc, krijgen geen punten.

Komma

• Wanneer je twee zinnen samenvoegt, gebruik je een komma.
• Tussen twee persoonsvormen plaats je een komma.
• Voor verbindingswoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl,  want: Ik heb honger, maar ik mag pas eten in de pauze.
• Bij een opsomming plaats je komma's.

komma

1. Toen ze thuis kwam, zag ze dat de lamp al brandde.
2. Toen ze thuis kwam zag ze dat de lamp al brandde.

komma

1. Ik houd van chocolade, dropjes, spekjes en koekjes.
2. Ik houd van chocolade dropjes spekjes en koekjes.
3. Ik houd van chocolade , dropjes, spekjes, en koekjes.
4. Ik houd van chocolade , dropjes spekjes en koekjes.

Vraagteken

Na een vraag, komt een vraagteken.

Hoe hard mag je hier rijden?

Uitroepteken

Je gebruikt een uitroepteken:

1. na een bevel. (Hou daar onmiddellijk mee op!)
2. na een uitroep. (Dat is belachelijk!)

Wat kan er gebeuren als je geen uitroepteken gebruikt?

1. Je kunt dan niet goed begrepen worden
2. Dan worden mensen boos
3. Je loopt het risico onaardig over te komen
4. Dan snappen mensen niet wat je bedoelt

Dubbele punt ( : )

Je zet een dubbele punt in een zin als je iets aankondigt.

Met een dubbele punt kun je ook een citaat aankondigen.

Je zet een dubbele punt ook voor een opsomming.

De dubbele punt.

Na een dubbele punt ...

1. komt er een zin die een toelichting geeft op het voorafgaande
2. komt er een argumentatie om je gelijk te halen
3. komt er een opsomming
4. komt na een voegwoord

Aanhalingstekens

Bij citaten	'Luister naar me!' riep tante Bea. 'Ik ga naar huis', zei Jan. 'Zie ik jullie morgen?' 'Je kunt ervan uitgaan,' zei Mel, 'dat ik erbij ben.'
Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis	Kon je het woord 'onmiddellijk' goed spellen?
Als het woord op een speciale manier (bijvoorbeeld spottend) gebruikt wordt.	Toen de halve klas te laat kwam, zei de leraar dat we weer 'lekker op tijd' waren.

Aanhalingstekens of geen aanhalingstekens?

1. Hij zei: "Ik ben cool"
2. Hij zei: Ik ben cool.

Leestekens: aanhalingstekens gebruik je bij..

1. een citaat/uitspraak
2. een bijvoeglijk naamwoord
3. een vraagzin
4. een gebiedende wijs

Aan de slag!

NuNederlands - Taalverzorging 3.2

Maak opdracht 1 tm 13