Feiten, meningen en argumenten

Vandaag
-  Feiten, meningen en argumenten

- Oefenen met stof
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
-  Feiten, meningen en argumenten

- Oefenen met stof

Slide 1 - Diapositive

Feiten

Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is: 
– Het Paleis op de Dam staat in Amsterdam.
– Het Paleis op de Dam heeft een knaloranje voordeur.

De eerste zin is een voorbeeld van een waar feit; de tweede zin is een voorbeeld van een onwaar feit. Je kunt beide feiten controleren door naar de Dam in Amsterdam te gaan.

Slide 2 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een feit

Slide 3 - Carte mentale

Meningen en standpunten
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. Met iemands mening kun je het eens of oneens zijn. 

Een mening herken je soms (maar lang niet altijd!) aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns inziens.

Slide 4 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een mening

Slide 5 - Carte mentale

Argumenten
Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een argument.

Een argument herken je aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers: 
– Je zou dat blauwe jasje aan moeten doen naar het Lentefeest. (= mening) Dat staat je namelijk geweldig! (= argument)

Je gebruikt dus argumenten om je standpunt te onderbouwen. Deze argumenten kunnen vervolgens weer meningen of feiten zijn.

Slide 6 - Diapositive

Wat is in de volgende zin het argument?

Ik heb een hekel aan de zomer, omdat het dan te heet is.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is in de volgende zin het standpunt?

Omdat mijn vader altijd zo lekker kookt, vind ik Pasen echt een leuke feestdag.

Slide 8 - Question ouverte

Feit of mening?

Willem II is de beste club van Nederland.
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quiz

Feit of mening?

In Tilburg wonen meer mensen dan in Den Bosch.
A
Feit
B
Mening

Slide 10 - Quiz

Wat is betrouwbaarder: een tekst met vooral feiten of vooral meningen?

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht
Zie opdracht Classroom. Huiswerk voor volgende les.

Slide 12 - Diapositive