Kernles de eerste wereldoorlog en het communisme

Kernles: belangrijkste stof
De Eerste Wereldoorlog
&
Communisme: Rusland en de Sovjet-Unie
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kernles: belangrijkste stof
De Eerste Wereldoorlog
&
Communisme: Rusland en de Sovjet-Unie

Slide 1 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je weet het verschil tussen de geallieerden en de centralen
  • Je weet wat een loopgraaf is

  • Je beschrijft wie Lenin en Stalin waren.
  • Je vergelijkt Rusland voor de Russische revolutie en de Sovjet-Unie na de Russische revolutie.
  • Je legt de begrippen ‘communisme, propaganda en totalitarisme’ uit.


Werkdoelen

De Eerste Wereldoorlog


Communisme en totalitarisme:
  • De Russische Revolutie
  • De Sovjet-Unie onder Stalin

Slide 3 - Diapositive

Maak aantekeningen
Er komt uitleg...

Slide 4 - Diapositive

Bondgenootschappen WOI
(tot 1917)

  • Geallieerden: Frankrijk, Engeland, Rusland, Italië, Servië

  • Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkse Rijk, Bulgarije

  • Neutrale landen: Nederland, Spanje, Zwitserland, Noorwegen, Zweden

Slide 5 - Diapositive

Loopgraven (1)
  • De wapens zijn zo krachtig geworden, dat vechten op een open veld zelfmoord zou zijn

  • Loopgraven zorgen voor meer beschutting

  • In totaal wordt er aan het Westfront 40.000km aan loopgraven aangelegd

Slide 6 - Diapositive

Loopgraven (2)
  • De loopgraven zijn gegraven in een zig-zag-vorm.

  • Om aanvallen moeilijker te maken wordt gebruik gemaakt van miljoenen kilometers prikkeldraad

  • Loopgraven worden uitgebreid met complete ondergrondse kamers


Slide 7 - Diapositive

Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren. 
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
360˚ video van een loopgraaf
Tijdens de video kun je alle kanten opkijken! Probeer het maar eens uit!
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)

Slide 8 - Diapositive

De Slag bij de Somme
1 jul 1916 – 18 nov 1916

Een van de grootste (en dodelijkste) veldslagen van de Eerste Wereldoorlog. Er kwamen meer dan 1.000.000 mensen om

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo


Keerpuntjaar 1917


Slide 11 - Diapositive



Russische Revolutie
1917





De tsaar (keizer) van Rusland, Nicolaas II, wordt afgezet
door de Communisten onder leiding van Lenin

Slide 12 - Diapositive










Vrede met Duitsland




alle grond aan de boeren

alle fabrieken aan de arbeiders

Slide 13 - Diapositive


De Verenigde Staten 
raken betrokken bij de oorlog april 1917

Slide 14 - Diapositive

Oorzaken
  • Het liefst zouden de Amerikanen niets met deze 'Europese' oorlog te maken willen hebben, maar...

  • ...inmiddels is het 8e schip door de Duitsers getorpedeerd...

  • ...en is ontdekt dat de Duitsers bezig zijn met het ophitsen van Mexico en Japan tegen de VS (Zimmerman-telegram)

Slide 15 - Diapositive

Geallieerden

Engeland
Frankrijk
Rusland (tot 1917)
Verenigde Staten (vanaf 1917)
Italië (vanaf 1915)
Centralen

Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Turkije
Bulgarije


Slide 16 - Diapositive

Het einde van de oorlog: 1918


Hoewel de Amerikanen pas vanaf augustus 1918 meevechten,
geven de enorme hoeveelheid nieuwe soldaten en wapens
de doorslag... 

de geallieerden winnen de oorlog door een wapenstilstand.

Slide 17 - Diapositive

Er komen 4 herhalingsvragen aan... 


Controleren van de leerdoelen

Slide 18 - Diapositive

Welk land hoort niet bij de Centralen
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Bulgarije
C
Duitsland
D
Frankrijk

Slide 19 - Quiz

Een totale oorlog is een oorlog:
A
Waarbij veel landen zijn betrokken.
B
Waarin het hele volk wordt ingeschakeld.
C
Waarin zowel te land als ter zee wordt gevochten.
D
Waarin veel soldaten sneuvelen.

Slide 20 - Quiz

Welk land hoort niet bij de Geallieerden?
A
Engeland
B
Verenigde Staten
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 21 - Quiz

Klik op de vraagtekens om de zinnen te bekijken
Waarom is 1917 een keerpuntjaar?
Sleep de zinnen naar de juiste plek
Duitsland geeft zich over
Frankrijk geeft zich over
De Verenigde Staten stoppen met de oorlog
Franz-Ferdinand wordt vermoord
Na de Russische Revolutie stopt Rusland met de oorlog
Duitsland wordt bondgenoot van Rusland
De Verenigde Staten doen mee met de oorlog
Nederland wordt neutraal

Slide 22 - Question de remorquage

Maak aantekeningen
Er komt uitleg over de Russische revolutie

Slide 23 - Diapositive



Russische Revolutie
1917





De tsaar (keizer) van Rusland, Nicolaas II, wordt afgezet
door de Communisten onder leiding van Lenin

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Even kort samengevat: redenen REVOLUTIE
  1. De boeren zijn arm en er is een hongersnood. 
  2. Politiek gezien bepaald de tsaar, er is geen democratie.
  3. Grote verliezen in de Eerste Wereldoorlog
  4. Lenin komt naar Rusland om een revolutie te leiden.


Slide 26 - Diapositive

Kort samengevat: Lenin
  • Lenin is de eerste leider van communistisch Rusland (Bolsjewieken) -> De Sovjet unie.
  • Totalitaire samenleving:  De overheid bepaalde alles en legde de burgers grote druk op.
  • Lenin werd gezien als een held! Want hij ging alle problemen oplossen..
  • Maar in 1924 overleed hij aan een beroerte....





Slide 27 - Diapositive

Communisme
Kenmerken communisme:
  1. Geen kapitalisme
  2. Klasseloos = iedereen is gelijk
  3. Alles in het land is van iedereen
  4. Alle bedrijven zijn van de staat

Slide 28 - Diapositive

Kort samengevat
Stalin
  • Rusland een totalitaire staat
  • Binnen vijf jaar industrialiseren 
  • Alle productiemiddelen van de staat
  • Industriële samenleving... maar wel hoge kosten
  • Geen privébezit, alles collectief
  • Instorten landbouwproductie

Slide 29 - Diapositive

Rol van propaganda
  • Propaganda = alles wat wordt gedaan om aanhangers te winnen voor bepaalde (politieke) ideeën
  • Posters, portretten, standbeelden
  • Persoonsverheerlijking
  • Stalinisme = Communisme + onderdrukking + persoonsverheerlijking
Kapitein van de Sovjet-Unie leidt ons van de ene overwinning naar de andere

Slide 30 - Diapositive

Er komen 3 herhalingsvragen aan... 

Controleren van de leerdoelen

Slide 31 - Diapositive

Stalin gedraagt zich als een dictator. Welk antwoord past daar het beste bij?
A
Hij luister naar het volk.
B
Hij luistert naar het parlement.
C
Het maakt hem niks uit wat er gebeurd.
D
Hij bepaald alles.

Slide 32 - Quiz

Stalin is aan de macht tijdens:
A
De Eerste Wereldoorlog.
B
De Tweede Wereldoorlog.

Slide 33 - Quiz

Sleepvraag:  Sleep het antwoord dat bij de vraag hoort naar het grijze vakje. Er blijven twee kaartjes over.
Vraag 1: Begin van de Russische revolutie is in het jaar:
Vraag 2: Welke woorden (2) passen bij de 
omstandigheden van de boeren in Rusland? 
Vraag 3: Juist of onjuist. Rusland was een modern land. 
Vraag 4: Juist of onjuist. Lenin werd de leider van de
communisten
Vraag 5: Vul in op de puntjes. Het .... leger was heel 
zwak. Er vielen daarom veel doden.
Vraag 6: Weet je dit nog? Einde van de Eerste 
Wereldoorlog is in het jaar: 
Overige twee:
Rijk
1917
Slecht
Arm
Onjuist
Juist
1918
Russische
Duitse

Slide 34 - Question de remorquage

Leerdoelen

  • Je weet het verschil tussen de geallieerden en de centralen
  • Je weet wat een loopgraaf is

  • Je beschrijft wie Lenin en Stalin waren.
  • Je vergelijkt Rusland voor de Russische revolutie en de Sovjet-Unie na de Russische revolutie.
  • Je legt de begrippen ‘communisme, propaganda en totalitarisme’ uit.


Werkdoelen

De Eerste Wereldoorlog


Communisme en totalitarisme:
  • De Russische Revolutie
  • De Sovjet-Unie onder Stalin

Slide 35 - Diapositive

Missie
Tijdens de lessen oefenen we met het maken van vragen en hoe je kan leren voor een toets. Het doel van de missie is dat je leert hoe je een toets moet leren en hoe je vragen op een geschiedenis toets zo goed mogelijk kan beantwoorden. De missie bestaat uit het maken van 2 opdrachten. Deze opdrachten gaan over toets vragen.

De 2 opdrachten zijn:
1. Een eigen bedachte toets maken over de module + antwoord blad (26 mei).
2. Een toets maken.


Slide 36 - Diapositive