1.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Lesplanning

Pauze	05 min
Uitleg Waterkringloop	10 min
Maken opdracht 1 t/m 5	15 min
Uitleg Stroomgebied	10 min
Afmaken paagraaf 1.2	10 min
Examenvraag Waterkringloop	10 min
LessonUp Quiz	10 min
Lesafsluiting	05 min

Hoofdstuk 1: Water

§1.2 Kringloop van water

Lesplanning 

Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen:  

Uitleg §1.2 ‘Kringloop van water'

Maak van §1.2 ‘Kringloop van water' vraag 1 t/m 7

Examenvraagcheck

Vooruitblik op de volgende les

Lesdoelvragen van deze les

1. Hoeveel procent van het water op aarde is zoet?
2. Leg uit hoe ontstaat neerslag?
3. Waardoor wordt de waterkringloop aangedreven?
4. Leg uit hoe de korte waterkringloop werkt?
5. Leg uit hoe de lange waterkringloop in zijn werking gaat?

Zoet water 

Zout water 

gletsjers 

rivieren 

97%

zeeën

3%

meren 

rivieren

in de bodem

ijs 

waterdamp 

oceanen 

Waterfeiten

• 70% water
• 30% land
• 97% zout 
• 3 % zoet 

Dat zoete water zit in 

ijskappen, grondwater 

rivieren, meren, waterdamp in de lucht 

ijskappen en gletsjers 

grondwater 

oppervlakte

water

overig 

30,1%

0,9%

68,7%

0,3%

Hoe ontstaat neerslag?

1. water wordt verwarmd
2. water verdampt
3. warme lucht met waterdamp stijgt op
4. warme lucht met waterdamp koelt af
5. afgekoelde waterdamp vormt stoom/wolken

De waterkringloop

• Bij de korte kringloop valt de neerslag regelrecht in zee terug.
  
• Bij de lange kringloop valt de neerslag op het land en gaat het water via een 'omweg' terug naar zee.

Condensatie

Infiltreert 

De waterkringloop

• Bij de korte kringloop valt de neerslag regelrecht in zee terug.
  
• Bij de lange kringloop valt de neerslag op het land en gaat het water via een 'omweg' terug naar zee.

Wat drijft de waterkringloop aan?

1. De zon
2. De wolken
3. Het water
4. De sneeuw in de bergen

De waterkringloop begint met.......

1. condenseren
2. verdampen
3. infiltratie
4. erosie

Stroomgebied

Is een gebied met een hoofdrivier met al haar zijrivieren, die via de hoofdrivier al het water afvoert.

De vier stroomgebieden van Nederland

• Maas
• Rijn
• Schelde Eems

Welk woord hoor hierbij? 

Wat als er in Frankrijk een giflozing plaatsvindt in de Maas? 

Welke kleur heeft
het stroomgebied
van de Maas?

1. Geel
2. Blauw
3. Groen
4. Paars

Aan het werk

Wat: maak van §1.2 ‘Kringloop van water' vraag 1 t/m 7

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp: de theorie (Lees goed!)

             buurman/buurvrouw naast je

             de docent

          

Klaar: maak een samenvatting van §1.2

Tijd: timer

Klaar: laat controleren, kijk na en maak verdieping of herhaling

Tijd: 5 minuten voor de bel

Hoeveel procent van het water op aarde is zoet?

Leg uit hoe ontstaat neerslag?

Hoeveel procent van het water op aarde is zoet?
Leg uit hoe ontstaat neerslag?
Waardoor wordt de waterkringloop aangedreven?

Leg uit hoe de korte waterkringloop werkt

Leg uit hoe de lange waterkringloop in zijn werking gaat.

Leerdoelen

Aan het eind van de les:

• Kan je de kenmerken van je eigen waterregio beschrijven.
• Kan je beschrijven en verklaren wie er in je eigen regio gebruikmaken van water.

Aan de slag

• Wat? Maak paragraaf 1.1 helemaal
• Hoe? Zelfstandig, overleggen mag
• Hulp? Buur, docent
• Tijd? 20 minuten
• Klaar? Haal een extra opdracht bij de docent

Opdracht: Overstroom ik?

Stap 1. Ga naar www.overstroomik.nl

Stap 2. Voer jouw postcode in

Stap 3. Beantwoord de volgende vragen in een Word-bestand:

1.  Hoeveel meter overstroom jij maximaal?

2. Wat betekent dit voor jou?

3. Hoe kan jij je voorbereiden?Beschrijf dit aan de hand van de site