OEFENTOETS Wereldgodsdiensten

Oefentoets Wereldgodsdiensten


Veel Succes!
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Wereldgodsdiensten


Veel Succes!

Slide 1 - Diapositive

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 2 - Question de remorquage

Monotheïsme betekent...
A
Geloven in één God
B
Geloven in meerdere Goden

Slide 3 - Quiz

Polytheïsme betekent
A
Geloven in meerdere goden
B
Geloven in één God

Slide 4 - Quiz

In welk tijdvak is Jezus Christus geboren?
A
Tijd van Jagers en Boeren
B
Tijd van Grieken en Romeinen
C
Tijd van Monniken en Ridders
D
Tijd van Steden en Staten

Slide 5 - Quiz

Waar werd Jezus geboren?
A
Nazareth
B
Damascus
C
Bethlehem
D
Jeruzalem

Slide 6 - Quiz

Uit hoeveel boeken is de Bijbel opgebouwd?
A
1
B
33
C
60
D
66

Slide 7 - Quiz

De Romeinse keizer …..............… riep in 394 het christendom uit tot officiële staatsgodsdienst; hij verbood het aanbidden van andere goden.
A
Pontius Trajanus
B
Pontius Pilatus
C
Theodosius
D
Julius Cesar

Slide 8 - Quiz

Hoe heette de Romeinse gouverneur die Jezus ter dood veroordeelde?
A
Pontius Trajanus
B
Pontius Pilatus
C
Theodosius
D
Julius Cesar

Slide 9 - Quiz

Waarom waren vooral arme mensen en slaven aanhangers van het christendom?
A
Omdat de armen en onderdrukten niet genoeg geld hadden om meerdere goden te aanbidden.
B
Omdat voor het christendom iedereen gelijk was.
C
Omdat rijke christenen geld inzamelden en dat aan de armen en de slaven gaven.
D
Als je arm of slaaf was mocht je niet geloven.

Slide 10 - Quiz

Een oorzaak was dat het christendom werd verboden. Wat was het gevolg?

Slide 11 - Question ouverte

Waarom werd het christendom een staatsgodsdienst van de Romeinen?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Question de remorquage

50/50
Rooms-katholieken
Protestanten
Othodoxen

Slide 14 - Question de remorquage

In welk tijdvak is de profeet Mohammed geboren?
A
Tijd van Jagers en Boeren
B
Tijd van Grieken en Romeinen
C
Tijd van Monniken en Ridders
D
Tijd van Steden en Staten

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de vijf zuilen van de Islam?

Slide 16 - Question ouverte


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden

Slide 17 - Quiz


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Slide 18 - Quiz

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beiden
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 19 - Question de remorquage

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 20 - Question de remorquage


Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 21 - Quiz


Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam

Slide 22 - Quiz


Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot

Slide 23 - Quiz


Opvolgers van Mohammed heten
A
Kaliefen
B
Poitiers
C
Profeten
D
Arabieren

Slide 24 - Quiz

Wat is het verschil tussen openbaar en bijzonder onderwijs?

Slide 25 - Question ouverte

In het Noorden van Nederland wonen de meeste Rooms-Katholieken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

De meeste moslims wonen in de Randstad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Een dominee is een geestelijk leider van de protestanten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Klik op de afbeelding om deze te vergroten.

In welke provincie wonen de minste katholieken? Tip: kijk niet alleen naar de percentages, maar ook aantal mensen in de provincie.
A
Groningen
B
Friesland
C
Drenthe
D
Gelderland

Slide 29 - Quiz

Leg uit wat de scheiding tussen kerk en staat betekent.

Slide 30 - Question ouverte

Hoe was de verdeling van godsdiensten over Nederland in de jaren vijftig van de twintigste eeuw? Sleep de provincies naar de juiste uitspraak. Bekijk ook de afbeelding (klik om te vergroten).

De provincies waar meer dan 90 procent van de inwoners katholiek was.
De provincies die bijna helemaal protestants waren.
De provincies met het grootste aantal niet-gelovigen.
Noord Holland
Zuid-Holland
Utrecht 
Brabant en Limburg
Groningen 
Friesland 
Drenthe en Overijssel

Slide 31 - Question de remorquage

Wat betekent het woord "tolerantie"?

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

Einde oefentoets

Slide 34 - Diapositive