§4.3 - les 1 - Veiligheidsmaatregelen in het verkeer

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je vijf veiligheidsmaatregelen in een auto noemen en uitleggen hoe ze werken.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je vijf veiligheidsmaatregelen in een auto noemen en uitleggen hoe ze werken.

Slide 1 - Diapositive

Veiligheidsmaatregelen
in het verkeer

Slide 2 - Carte mentale

Botskracht
  • Botskracht is de kracht die de auto afremt bij een botsing.
  • Negatieve arbeid 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

of geen kreukelzone

Slide 5 - Diapositive

Kreukelzone

Slide 6 - Diapositive

Kooiconstructie

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Stopkracht
Stopkracht is de kracht die de passagiers tot stilstand brengt.

Slide 9 - Diapositive

Waarvoor dienen de plastic dopjes onder de hakken?

Slide 10 - Question ouverte

Veiligheidsmaatregelen in de auto hebben als doel:

  • vergroten stopafstand en op die manier de stopkracht te verkleinen;

  • oppervlakte vergroten zodat de druk kleiner wordt.

Slide 11 - Diapositive

Veiligheidsgordels

Slide 12 - Diapositive

Airbags

Slide 13 - Diapositive

Hoe beschermt een helm bij een botsing?

Slide 14 - Question ouverte

Helm
  • Vervorming; vergroten stopafstand
  • groter oppervlakte; kleinere druk 

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
§4.3 digitaal - opgave 27, 29, 30, 32, 33 en 35 


Slide 16 - Diapositive

   Botsing
Een bewegend voertuig heeft bewegingsenergie.

Bij een botsing wordt de bewegingsenergie weer nul door  negatieve arbeid op het voertuig te verrichten. 

Slide 17 - Diapositive

Opgave 33
Bij een botsproef heeft een auto aanvankelijk 116 000 J bewegingsenergie. De kreukelzone van de auto is
1,25 m. 
Bereken de gemiddelde kracht tijdens de botsing.
  • Bewegingsenergie = arbeid

  • W = F * s
    116 000 = F * 1,25

  • F = 116 000 / 1,25
         =  92 800 N

  • F = 92,8 kN

Slide 18 - Diapositive