2.4 Dichtheid

Dichtheid
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Dichtheid

Slide 1 - Diapositive

Massa
Volume
mililiter
liter
weegschaal
kilogram
gram
maatbeker/maatcilinder

Slide 2 - Question de remorquage

Grootheid
Eenheid
massa
volume
temperatuur
tijd
kilogram
seconde
milliliter
° Celcius

Slide 3 - Question de remorquage

Een symbool voor massa kan zijn...
A
g
B
cm
C
p
D
m

Slide 4 - Quiz

Omrekenen:
1 liter =
A
1 m³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
10 m³

Slide 5 - Quiz

Omrekenen:
40 milliliter =
A
40 cm3
B
40 dm3
C
40000 cm3
D
4 m3

Slide 6 - Quiz

Hoe bereken je het volume
van een blokje?
A
l x b x h
B
l + b + h
C
l - b - h
D
l : b : h

Slide 7 - Quiz

Wat bepaal je met de onderdompelmethode
A
Welke stof het is
B
Volume
C
Massa
D
Dichtheid

Slide 8 - Quiz

Als je het volume bepaalt volgens de onderdompelmethode, gebruik je als meetinstrument de...
A
weegschaal
B
liniaal
C
maatbeker
D
maatcilinder

Slide 9 - Quiz

Welke formule hoort bij de onderdompelmethode
A
Volume = eindstand -beginstand
B
Volume = beginstand - eindstand
C
Volume = eindstand + beginstand
D
Volume = beginstand / eindstand

Slide 10 - Quiz

Wat is het zwaarste...
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
twee kilo veren

Slide 11 - Quiz

Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo lood
C
kilo water

Slide 12 - Quiz

Paragraaf 2.4
Hieronder zie je 2 stoffen. 1 daarvan is goud, maar welke?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Dichtheid
z

Slide 15 - Diapositive

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g

Slide 16 - Diapositive

Dichtheid is massa in gram van 1 cm3
Grootheid is dichtheid
Eenheid is g/cm3

Slide 17 - Diapositive

Dichtheid
Dichtheid:
geeft aan wat de stof per volume weegt. (g/cm3)
                 

Slide 18 - Diapositive

Dichtheid

Slide 19 - Diapositive

Massa = Volume * Dichtheid
Dichtheid = Massa / Volume
Volume = Massa / Dichtheid

Slide 20 - Diapositive

Dichtheid berekenen

Slide 21 - Diapositive

Dichtheid van enkele stoffen

Slide 22 - Diapositive

Dichtheid
In dit voorbeeld is het volume met 3 cm³, dus V = 3 cm³

De sleutel is op een weegschaal gelegd, daaruit blijkt dat m = 18 g

De dichtheid bereken je met ρ = m / V
dus ρ = 18 / 3 
ρ = 6 g / cm³

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Welke stof heeft de grootste dichtheid?

Slide 27 - Question de remorquage

Welke stof heeft de kleinste dichtheid?

Slide 28 - Question de remorquage

Dichtheid:
Grootheid
Eenheid
Symbool
Dichtheid
cm3
m
g
p
g/cm3
Volume
V
massa

Slide 29 - Question de remorquage

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 30 - Quiz

Hoe bepaal je de dichtheid van een stof?
dichtheid =
A
massa x volume
B
volume x massa
C
massa : volume
D
volume : massa

Slide 31 - Quiz

De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
C
joule
D
m/s

Slide 32 - Quiz

De steen heeft een massa van 55 g.

Hoe groot is de dichtheid van de steen?
0,4
2,5
1210
g
cm3
mL
g/cm3

Slide 33 - Question de remorquage

De dichtheid van 1 kilogram lood en 1 gram lood
A
is gelijk
B
is niet gelijk

Slide 34 - Quiz

Jan wil onderzoeken of ijzer zwaarder of lichter is dan aluminium.
Ze moet dan opletten dat de stukjes die ze gaat vergelijken:
A
even groot zijn
B
even hard zijn
C
even zwaar zijn

Slide 35 - Quiz

Dichtheid is een stofeigenschap.
A
waar
B
onwaar

Slide 36 - Quiz


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 37 - Quiz

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 38 - Quiz

Zout water heeft ...
A
een hogere dichtheid dan zoet water
B
een lagere dichtheid dan zoet water
C
dezelfde dichtheid als zoet water

Slide 39 - Quiz

welk voorwerp, A of B, heeft de grootste dichtheid?
A
blok A
B
blok B
C
de dichtheid van beide blokken is even groot
D
dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

Slide 40 - Quiz